FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129  
130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   >>   >|  
d en richtte ze alginder, waar 't ongeluk was binnengeslopen en waar ze gansch den dag had kunnen weenen. Ze vroeg zich af: --Schiet Romaan nu niet wakker en hoort hij niet 't geloei van den eendelijken wind? Ze kon geen angstigheid leggen in haar borste. Ze vroeg zich af: --Loopt Madeleen nu niet dolend rond, in waanzin zoekend naar ... naar.... Maar ze stiet seffens aan tegen de struischte van 't eenbarelijk geluid: --Een wonderbaar geneuchte.... Het klokte zonder ende, en klapperde hare leden door, en 't galmde in trillingen weg om haastig weer op te lawaaien, een krachtig gedruisch. Ze meende dat ze niet meer te kampen vermocht.... Dan zag ze in toevallige gepeinzen 't moedeloos gezichte van Sebastiaan en ze moest blijven staan, plots ongemakkelijk wordend. Ze voelde nadien dichtebij den buigenden blik van Ameye en stapte verder, gedreven door koortsige hardnekkigheid. Een oogenblik kon ze nagaan Sebastiaan's bleeke wezen en luie vingeren. Ze had geerne een geweldige wroeging willen krijgen, een bijtend folteren van al haar vleesch, een schok in haar herte om neer te zinken, onmachtig.... Het bleeke wezen vervaagde, teerde uit zonder oogenverwijt; en sterker herstraalde tallenkant, triomfelijk, het lokkig gezegde: --Een wonderbaar ... een wonderbaar.... Ze voelde dat hij zijn stap vertraagde, en dat zijn arm lager zeeg en achterwaarts zich rondde. Ze voelde zijne hand sleeren langs haren rug en haar omvatten in haar leen. Toen merkte ze hoe dikke de sneeuw al zwijgend omlage streek, en zag ze den witten schijn van zijn gelaat uit den nacht opklaren en bukken over haar voorhoofd. Ze schrok subiet. Ze neep hare oogen toe en kon niet verder terten. Zijn warme asem kittelde alreeds op hare slapen. Ze neeg op zij en zakte zonder willen tegen zijne borste. Ze hoorde heel zachte: --Goedele ... Goedele.... Op haren mond brandde nu de wilde hitte van zijne lippen, en haar mond werd wild heet. * * * * * X. Het was alles alzoo door de ziekelijke demoralisatie van de omstandigheden gekomen, maar Goedele was daarvan niet bewust. Ze leefde nu daarin, met onzeglijke drift opasemend het koortsige geluchte, en ze wist niet dat er een andere weelde der zinnen kon zijn. Alles had ook meegeholpen in 't kwade bedrijf--haar opgroei tusschen de muren van 't massieve, leege huis, haar omgang met het onecht gedoe van moeder en Sebastiaan, de nabijheid van Romaan's ongeluk
PREV.   NEXT  
|<   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129  
130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   >>   >|  



Top keywords:

Sebastiaan

 

zonder

 
wonderbaar
 

Goedele

 
voelde
 

verder

 
koortsige
 
willen
 

Romaan

 

borste


ongeluk
 
bleeke
 

schrok

 

subiet

 

terten

 
voorhoofd
 

kittelde

 

alreeds

 
slapen
 

streek


omvatten

 

merkte

 
sleeren
 

achterwaarts

 

rondde

 

gelaat

 

opklaren

 
bukken
 
schijn
 

witten


sneeuw

 

zwijgend

 

omlage

 
zinnen
 
meegeholpen
 

weelde

 

andere

 
opasemend
 

geluchte

 

bedrijf


onecht

 
omgang
 

moeder

 
nabijheid
 

opgroei

 
tusschen
 

massieve

 

onzeglijke

 

lippen

 

brandde