FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  
r. Romaan, die dat pover bedrijf onachtzaam had bijgewoond, werd nu meteen getroffen door al dat groote verdriet. Hij kwam op een morgen bij de sponde staan en nam voorzichtig de beenderige handen van het wijveken. Hij sprak met aandoening, bad dat ze beteren zou, zich niet laten weghongeren alzoo en koeragie hebben. --Koeragie, tante. Ze zuchtte. Ze vroeg: --Koeragie? De blosjes, die voortijds zoo liefelijk een verve legden op hare kaken, waren weggezonken in de algemeene bleekte van heur aangezicht. Ze stamelde: --Ik kan niet ... ik kan niet, jongen.... Hij streelde hare vingeren. Hij beweerde dat ze wel kon, als ze zich nu eens een beetje dwingen wou. Ze moest geen groot geweld doen en haar eigen niet bezeeren. Alleen toegeven, en redelijk zijn.... --Niet waar, tante? Ze glimlachte droeve. Ze wist wel dat hij goed was en deugdelijk--maar ginder hooge spookte de vervaarlijke gramschap van Ons-lieven-Heerken. Met vreesachtige aarzelingen zei ze 't hem. --Mag ik het u zeggen? Hij kuste haar op haar voorhoofd, en ze zei 't hem, al weenend. Al 't ongeluk dat gekomen was en al 't ongeluk dat nog komen zou, ze droegen hier gedrijen de waarachtige schuld ervan. --Gijlie hebt 't bedreven, en ikke, mijn jongen, hebbe 't geduld. Waarom heeft Madeleen u dat allemaal niet uitgelegd? Hoor eens.... Waarom is uw gang dweers tegen den wil van God? God is de sterkste. Ze taterde zoo een heel en tijd, tot ze moe werd, tot haar asem te kort schoot en ze dan midden een woord haperen bleef. Hare oogen vielen langzaam toe. Ze fluisterde: --Wilt ge mij niet begrijpen? Hij drukte haar gewillige handen. Hij had zelf te veel geleden om leed van anderen te stichten. Hij verwonderde zich dat tante Olympe in waarheid leed droeg. Hij boog zich, hij knielde om dichte bij haar te zijn. Hij streek lijze over haar slapen en bezag haar lange, zooals ze daar klein-hijgend te rusten lag. Hij lispelde: --Tante Olympe, slaapt ge? Hare lippen roerden en een glimlach speelde erlangs. Hij zei: --Tante Olympe, wij zien u allemaal geerne. Ja ja ... tante Olympe ... we moeten wij u gehoorzaam zijn.... Hij voelde zelf de aandoening komen en kittelen in zijn neuze. 't Docht hem dat al zijne theorieen tegenover het tastelijk dood-gaan van deze goede vrouw nietig werden en zonder werkelijken uitslag. Wat was hier de macht van eene utopische bespiegeling? Hij werd het in een slag van zijne zenuwen gewaar: het zou een schoonhe
PREV.   NEXT  
|<   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152  
153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   >>   >|  



Top keywords:

Olympe

 

jongen

 
Waarom
 

allemaal

 
ongeluk
 

Koeragie

 
handen
 
aandoening
 

werkelijken

 

haperen


vielen
 
uitslag
 

drukte

 

gewillige

 

werden

 
nietig
 

begrijpen

 

fluisterde

 
zonder
 

langzaam


schoot

 

zenuwen

 
sterkste
 

dweers

 

schoonhe

 

gewaar

 

taterde

 
utopische
 
bespiegeling
 

midden


slaapt

 

lippen

 

roerden

 
glimlach
 
theorieen
 

lispelde

 

tegenover

 
rusten
 

speelde

 

moeten


voelde

 
geerne
 

erlangs

 
kittelen
 

hijgend

 
waarheid
 

verwonderde

 

stichten

 

gehoorzaam

 

anderen