FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171  
172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
papier aan. Even ruischte het en rolde het te lore onder de kasse. Nu lag hij te krabben om het her in 't bereik van zijn neus te halen. Hij kantelde op zijn linkerflank omme en stiet hopeloos met zijn achterpooten, binstdat zijn kodde koortsig overentwere te vlaggelen begon.... Hij gaf de poging op, rechtte zijn vermoeid lijf en stond zijlings heel dom naar Ursule te kijken. Ursule troetelde: --He-wel, mijn floddereerken, gij zotte bobijne! Ze lachte met luidelijke leutigheid, en Goedele moest Seppie oppakken en hem op 't bedde zetten, waar hij seffens aan 't luierikken lag onderdefleerende vingeren van zijn meesteresse. Maar subiet kwam een nieuwe koortse Ursule aantasten en ze pruttelde: --Nah ... nah ... de schoone sargie, de schoone lakens.... Kunt ge zijn pooten niet proper maken, eer ge hem hier alles schenden laat. Och God, och God! wanneer zal ik genezen zijn en dees huis bestieren, dat naar zijn ondergang wil! Goedele verdroeg hare buien, en zoo gingen de dagen om. Ze deed niets liever dan moeders verlangen benaderen, en zij en had geen pijne, als haar een ongegrond verwijt toegesnauwd werd. Met dezelfde gewilligheid ontving ze de bezoeken van Sebastiaan. Ze deed hem nu dikwijls komen en de jongen was aangedaan om den wille van hare brave liefelijkheid. Ze was niet meer ruw met hem. Ze zocht zijne nabijheid zonder den wrevel te vreezen, die opging langs 't vrome gebaar van zijne handen. Ze zaten weer saam aan moeders voetende, en hij kon er spreken van zijn vele werkzaamheid, van zijne toekomst. Als Goedele hem bezig hoorde, zijn woorden volgend, die heerlijke plannen omschreven, had ze aldoor eene zwijgende aandacht. Maar, al knikte ze en liet ze geen minste gezegde onbeluisterd, ze taakte niet al wat hij vertelde voor haar. Hij zat, lijk altijd, te zoeken naar schoone zinnen, trage en zorgvuldig. --Mij, Goedele, overvalt gedurig het prachtige zicht der toekomst, waar gij almachtige godinne zijt. Ik schik dan alles en verander hier en daar een beeld, en 'k zoeke vlijtig of 't nievers u bezeeren kan. Zoo scheppe 'k in mijne gepeinzen de zoetste zoetigheid om u, en--hoe zou daar entwat haperen, als gij er lachend en stralend te midden staat...? Hij liet eene korte stilte gewichte geven aan de golving van zijn stemme en voegde er bij: --Ik ben gelukkig dat ge mij aanhooren wilt. Hij verwijlde alzoo met weeke profijtelijkheid in 't gespeel van welluidende zinnetjes. Het was klaar te merken dat d
PREV.   NEXT  
|<   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171  
172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Goedele

 

schoone

 

Ursule

 

toekomst

 

moeders

 

onbeluisterd

 

taakte

 

vertelde

 

gezegde

 

minste


zwijgende

 

aandacht

 

knikte

 
gedurig
 

overvalt

 

prachtige

 
zorgvuldig
 
altijd
 

zoeken

 

zinnen


omschreven

 

handen

 
voetende
 

gebaar

 

vreezen

 

wrevel

 

krabben

 

opging

 

spreken

 

volgend


woorden

 

heerlijke

 

plannen

 

almachtige

 

hoorde

 

werkzaamheid

 

aldoor

 

godinne

 

voegde

 

gelukkig


stemme

 

golving

 

stilte

 
gewichte
 

aanhooren

 

zinnetjes

 

merken

 

welluidende

 
gespeel
 
verwijlde