FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175  
176   177   178   179   180   181   >>  
en zou. En, in waarheid, ze verdroeg op voorhand alles zonder onderzoek, gewillig en gedwee. Ze meenden erdoor stilaan haar zondig gedrag te vereffenen. Ursule vroeg: Zoudt ge mij gehoorzamen ... in alles? --Ja.... Ja.... --In alles wat mijn wil mag zijn? Want, ziet ge, mijn laatste hoop is in u. Mag ik op u berusten? --Ja, moeder. Ze zei 't trage en vastberaden. Een plotselijke emotie schoot op in Ursule, en op hare lippen kwam roeren de kleine krulling van een heimelijken lach. Ze bleef een wijle in de voordeelige donkerte alreeds genieten van de zegepraal, die naderend was. Ze vatte nadien Goedele's arm en deed haar dochter buigen, tot ze haar asem voelde in heur haar. Ze lispelde: --Ik dank u, ik dank u, ik hebbe u lief. Ze rechtte zich dan, zat bijkans overend op de kussens en hare handen kwamen roerloos liggen nevenseen, profijtelijk op de sargie. Het was bij haar een gewone houding, als ze een gewichtige zake aantasten moest. Hare duimen taakten mekaar. Ze sprak: --Nu zullen we geld gaan winnen. Weet ge wat dat is? Het geld komt binnen, uit al die menschenvingeren, die schuiven en plakken viezelijk eromme. Het heeft een plezanten klank. We maken er hoopkens van. We doen het werken, 't holt en 't schaveelt ijverig tallenkant, waar ik weet dat het veilig is ... en 't komt hier aanrinkelen, verdobbeld, vertiendobbeld. We maken er weer hoopkens van. Ja, ja, mijn kind, het is een liefelijkgespeel.... Endelijk tellen we de hoopkens te gare. Ze likte met hare tonge trage over hare lippen, maar hare handen bleven onbeweeglijk liggen. Op denzelfden toon, bijna zonder overgang in de daling van hare stem, zei ze: --Trouw nu ... trouw nu gauw met Sebastiaan ... ons basis is sterker, als ge getrouwd zijt met hem.... Waarom schrikt ge, Goedele? Goedele had geschrikt. Al was haar inzicht tegenwoordig toch met Vrebos te trouwen, ze wist niet dat de daad zoo dichte bij haar was, gereed om te gebeuren. Ze meende wel dat niets restte van haar vroeger leven en dat haar geweten bedaren zou in eene opoffering ... in dees huwelijk, dat elkendeens wensch omsloot. Ze meende 't zoo allemaal wel. Maar dat de dag alreeds dreigend opduiken zou, haast tastbaar, was een gedachte waaraan ze zich geerne hadde langzaam gewend. De leelijke wezenlijkheid moest voorbereid worden en ginder achterwaarts zou dan de schrikkelijke massa wegschemeren, die er voortdurend aan 't spoken was. Ze stamelde: --Ik schrik niet.... Ik zou w
PREV.   NEXT  
|<   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175  
176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

hoopkens

 

Goedele

 

lippen

 

liggen

 
handen
 

meende

 

alreeds

 
Ursule
 

zonder

 
Sebastiaan

vertiendobbeld

 
aanrinkelen
 

verdobbeld

 

Waarom

 
veilig
 

getrouwd

 

sterker

 

liefelijkgespeel

 

overgang

 

denzelfden


bleven

 

onbeweeglijk

 

daling

 
Endelijk
 

tellen

 

geerne

 
langzaam
 

gewend

 

leelijke

 

waaraan


gedachte

 

dreigend

 

opduiken

 

tastbaar

 
wezenlijkheid
 

voorbereid

 
spoken
 

stamelde

 

schrik

 
voortdurend

wegschemeren

 

ginder

 
worden
 

achterwaarts

 
schrikkelijke
 

allemaal

 
trouwen
 
dichte
 

tallenkant

 
gereed