FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172  
173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
e vorige onverschilligheid van Goedele alras vergeten was en dat hij, lijk eertijds, zijn precieuse doening herpakte. Hij schreef de plotselijke veranderingen toe aan Goedele's grillige jeugd. En Goedele, tuk op vermoeiend bedrijf, deed ook al het mogelijke om hare houding weg te vegen uit elkendeens herinnering. Heimelijk meende ze daardoor haar eigen geweten effen te krijgen. Ze beantwoordde Sebastiaan met ongeveinsde gretigheid. Ze wachtte zelfs ongeduldig naar het dalen van zijn langzame gezegden, om subiet haar gulzige woorden te plaatsen. Ze boog zich naar hem en praatte zoo, dronken van eigen stemgeruisch. Ze interesseerde zich aan zijne studien over Hieronymus Bos. --Wat vind ik zoo'n man wonderlijk--zoo bezig gestadig met buitensporige fantazeering, een hoofd vol wangedrochten, hanen met ezelsooren, kiekens met snoeksmuilen en honderompen met klein-kinderbillen.... Als dat nu altegare holderdebolder uit een nacht te voorschijn komt lijk uit een grauwe spelonke.... Ursule opende rijzekens hare oogen en mompelde dat ze wat anders vertellen moest. Ze glimlachte: --Ik zie permintelijk al die dwaasheden! En Sebastiaan omdeed dan met kunstige epitheten het leelijke zicht, zoodat nog alleen de ontzaglijke kunst van Bos overblijven moest. En omme gingen de dagen. Ursule, alhoewel ze haar bedde nog niet verlaten mocht, was toch op goede beterschap, en hare gedachten klaarden op. Ze herzag met stiptelijke nauwkeurigheid al wat gebeurd was, en ze lag dan in versche hope te beramen een nieuwe instelling. Ze stapte over 't gebeurde heen om met sterke moedwilligheid de toekomst in te richten. Het ideaal, dat ze zich al zoo langen tijd gesmeed had, kon ze niet ten geheele loslaten: ze zou nu met Goedele alleene de schrikkelijke zaken herdoen. En ze verzinde grootsche werkingen. Op een dag, in den valavond--ze lag nu meerendeels alleen--liet ze Goedele bij haar roepen. --Zet u, mijn kind. Ze was uitermatig zachte en glimlachte. Dadelijk voelde Goedele dat de vroegere oolijkheid weergekomen was, maar niet als eertijds steeg in haar boezem de verontweerdiging of de gramschap. Ze verdroeg lijdzaam alle uitdrukkingen van moeders karakter. Ze verlangde zelfs dat ze eronder lijden mocht. Ze wilde geerne gekastijd worden, en ze zou geen minste beweging doen om den stoot van moeders slechte inzichten af te weren. Ze wilde zeggen, seffens: --Moeder, g'en moet geen omwegen maken. Ge moogt subiet eischen de volle
PREV.   NEXT  
|<   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172  
173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Goedele

 

Sebastiaan

 

subiet

 

Ursule

 

moeders

 

alleen

 

glimlachte

 

eertijds

 

loslaten

 

geheele


vergeten

 

alleene

 

schrikkelijke

 
langen
 

gesmeed

 

herdoen

 
meerendeels
 
valavond
 

roepen

 

verzinde


grootsche

 

werkingen

 
ideaal
 

gebeurd

 

nauwkeurigheid

 

herinnering

 

versche

 

stiptelijke

 

herzag

 

beterschap


gedachten

 

klaarden

 

beramen

 

sterke

 

moedwilligheid

 

toekomst

 

richten

 

gebeurde

 

nieuwe

 

instelling


stapte

 

beweging

 

slechte

 
inzichten
 

minste

 

vorige

 

geerne

 

gekastijd

 
worden
 
eischen