FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
en, naar achteren en buiten zicht geduwd door gindsche vervaarlijke somberheid. Goedele luisterde naar moeders asem, als ze sliep, of beloerde haar minste gebaar, als ze lastig te spartelen lag onder de sargie. Ze lonkte alles na, bezorgd en ordelijk. Ze handelde niet ganschelijk bewust, maar bevreesd voor nieuwe rampen, die ze niet bepalen kon en waar ze nievers een opkomende oorzaak voor ontwaarde. Ze handelde heel bang--tevreden dat ze handelen mocht en dus den zeerdoenden tijd opstoppen, die tallenkant met benauwde leegten te gapen hing. Ze bedwelmde zich met werken, met hergaan; ze maakte zich zwaar-dom in gestadige beweging om niet, al rustend, achterwaarts te kijken naar de hooge schim van 't verrichte noodlot. Na de derde week kreeg Ursule heur sprake terug, maar ze was nog niet losgeraakt uit eene luie verwikkeling van hare gedachten. Ze was lijk eene die, verdwaasd na een harden slag, zich om alles verwondert en niets met zekerheid benaderen durft. Bij Ursule echter ging dat lanterfantig gedoe van hare hersens gepaard met de sprongen van hare prikkelbare lastigheid. Ze lag altemets stille te kouten met Goedele. --Zie eens hoe de zonne ringskens teekent over de ruiten. --Ja, ringskens. --En hoe ze sterrekens puntelt in het stof, de ruimte langs.... --Ja. Ze deed dan meteen een kwaad gebaar en riep: --Wat een boel! De lucht is dikke van vuilnis.... Maar wie kuischt hier, wie moet hier het huis opruimen en zuiver houden? Of wilt ge mij allemaal den dieperik inhelpen met uwe wanorde.... Leegaards! Leegaards! Ze was niet te stillen, en ze schreeuwde tot heel blauw haar hals werd en ze nadien, al hijgend, roerloos wegzakte in de kussens. Goedele baadde dan haar voorhoofd met ijswater en paaide haar heel zoetig, belovend dat ze voor alles zorgen zou. Andermaal waren ze getweeen precies aan het spelen met Seppie. Goedele rolde een balletje papier en gooide 't over den vloer. Het hondje sprong gretig er naar toe, trachtte het beweeglijk speelgoed vaste te vangen tusschen zijne grabbelende voorpooten en wilde 't gek-vlugge vaneen rukken tusschen zijne tanden. Zijn muilken snuffelde haastig hier en daar, hapte vergeefs te dichte of te verre. De bal joepte kantewaarts, rees langs zijne onervaren nagels weg en liep een endeken wijder. Seppie bleef een wijle plattebuiks loeren en wachten tot dat levendig ding stille zou blijven. Hij mat zijn wip, pootelde slibberend naar voren en stiet dwaas tegen 't
PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Goedele

 

Leegaards

 

stille

 

tusschen

 

Seppie

 

handelde

 

ringskens

 

Ursule

 

gebaar

 

zoetig


paaide

 

ijswater

 

spelen

 
vuilnis
 

voorhoofd

 

getweeen

 
Andermaal
 
precies
 

zorgen

 

belovend


allemaal

 

dieperik

 
inhelpen
 

houden

 

zuiver

 

opruimen

 

wanorde

 

roerloos

 

hijgend

 

wegzakte


kussens

 

kuischt

 

nadien

 

stillen

 

schreeuwde

 

baadde

 

beweeglijk

 

endeken

 

wijder

 

plattebuiks


nagels

 

joepte

 

kantewaarts

 
onervaren
 

loeren

 

wachten

 

slibberend

 

pootelde

 
levendig
 
blijven