al-beheerschende stilte, de gulden stilte, waarlangs hunne gevoelens
ommezweefden en nevenseen overentweere wiegden, beladen met de weelde
hunner passie.
Een logge wagen reed over de strate voorbij en traagzaam verwijderde
zijn rollende wielrammeling. Ze luisterden er naar, eerst teenemaal
omdaan door de zware geluiden, naderhand volgende met nauwkeurige
zorgelijkheid het verre lawaai, tot heel wijd het dooddoedelde--endelijk
dood.... Hunne gespannen aandacht was meegegaan, en nu waren ze precies
in een groote leegte alleen gebleven. Maar des te inniger voelden ze
seffens malkanders armen en malkanders lauwte. Te gare rokken zich hunne
spieren en de struische drift steeg in hunne leden, met den rapperen
klop van hun bloed. Goedele's lippen taakten zijne lippen en een warme
nattigheid baadde hare oogen. Ze stamelde:
--Hebt ge mij nog lief ... nog ganschelijk lief?
--Eeuwig....
Hunne wimpers trilden en vielen toe....
Dus was weergekomen, zonder genade, de heerschappij van hunne liefde.
In Goedele en haperde geen aarzeling meer. Ze geraakte in vroolijke
stemming, drevelde om de kamer, schikte entwat, dat van zijn plaatse was
verschoven, en toonde zich buitengewoon opgeruimd. Getweeen waren ze
nadien luid-lachend aan het spelen, malkander treiterend of kriebelend
of peensend.
Nabij den noene stond Goedele beteuterd naar 't horloge te kijken.
--'t Is tijd!...
Ze zuchtte 't bijkans. Johannes zei dat ook hij weg moest naar zijn
atelier, en verwonderde zich dat de voormiddag zoo ijlings verloopen
was. Goedele vroeg:
--Naar uw atelier?
--Ja.
--Ik ga mee!
't Was zoo een plotselijke gril, en ze had ook nooit aan dat atelier
gedacht. 't Was nu eene gelegenheid om eens alles af te zien en die
onbekende kunst te benaderen.
Ze merkte meteen hoe Johannes subiet heel bleek werd. Een groote angst
beknelde haar en ze wist niet meer wat zeggen. Hij bedwong zijne
aandoening en kwam haar zoetekens omarmen, fluisterend:
--Dat ware wel aardig. Maar hoe komt ge daarop, nu juist, ten vollen
noentijde? Saam dien grooten weg doen, in 't zicht misschien van bekende
menschen....
--Ge kunt vooraan loopen. Straks vind ik u ginder.
--Ja, zoo is 't goed....
Ze hervatte zich seffens. Haar voorstel kwam haar dom voor, omdat hij 't
zoo gul wilde aannemen. In hare hersens was, op dat eene oogenblik, de
foltering gedrongen van wantrouw en jaloerschheid, en zoo verzinde ze nu
een oolijke maniere om spijze te geven
|