FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125  
126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   >>   >|  
loopt kousevoets in den koude. Maak u niet ziek en bezorg u om niets. Laat alles begaan. --Ja, maar als ik er zoo meteen ievers tegenstruikel.... --Denk niet daaraan. --Of 't kussen ievers zie, met een konksken te midden in, nog.... --Geef me een zoen en zij rustig. Slaapt Romaan? --Romaan slaapt.... En waar zijn de fleschkens? En de kleeren ook al? --Ge doet me pijn, Madeleen. --Zie ... wees niet kwaad ... ik heb schrik ... ik zie gedurig schimmen hergaan over de gordijnen. Ik weet wel dat het een doening is van de strate. 't Is me algelijk danig bang en ik kan soms niet slikken. --'t Zal de werking van de koffie zijn. --Ja, dat is 't. Ze zei 't met vastheid en was seffens tevreden dat er zoo simpellijk een uitlegging was voor dat angstig bedrijf in haar hoofd. Ze merkte dan dat tante Olympe heel scheef gezakt was en ganschelijk weggedommeld. Ze had nog een flauwen lach en verdween. Ameye bleef zitten en Goedele zette zich lijk te voren rechtover hem. Ze voelde nu dat zijne oogen strak op haar gevestigd waren, en ze wendde hare blikken zijlings naar de dresse. De potjes, die daar stonden op planken, met hun witte buiken en krullende ooren en een rozige roze vlak vooraan, bekeek ze met geveinsde aandacht. Een tinnen teele, schoone versierd met een ranke doffe blaren, blonk geweldig uit, en ernevens, in een tasje van oud porselein, dorde een doode palmtuil. De teele droeg ervan de onbeweeglijke schaduw, lijk ze daar door het noesche licht van de lampe opgesmeten werd. Anderszins was de dresse een donkere kasse, want niets en was van achteren te merken. Goedele zag allengs ook wegsmokkelen de potjes en het klaterende tin, en in haar hoofd peuterde alleen de onverdraaglijke last van Ameye's blik. Hij kittelde haar, krabde en puntelde, zoodat het een folteringe werd. Ze duldde de foltering. Ze wist dat, moest ze nu subiet opkijken, ze Ameye's oogen zou zien. Ze wist wat ze zien zou in de oogen. Hij deed haar zeer, hij was ongemanierd en hij was onzedelijk. Maar--moest ze nu subiet opkijken--ze zou geen ongemanierdheid en geen cynische treiteringe zien. Ze voelde 't heel klaar, en opkijken en deed ze niet. Maar bukte hij zich niet en leunde op de tafel om beter zijn blikken te doen wegen. Ze stond haastig rechte en zei: --'t Is tijd. 't Klonk eenbarelijk en ze was zelve verwonderd. Ze meende dat ze 't leelijkste woord genomen had en dat ze nu gaan moest. Zijn vrage was een fluistering. --Ti
PREV.   NEXT  
|<   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125  
126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   >>   >|  



Top keywords:

opkijken

 

ievers

 

voelde

 

Goedele

 

Romaan

 

dresse

 

potjes

 

subiet

 

blikken

 

schaduw


opgesmeten
 

Anderszins

 

donkere

 
noesche
 
onbeweeglijke
 
palmtuil
 

tinnen

 
schoone
 

versierd

 

aandacht


geveinsde

 

vooraan

 

bekeek

 

porselein

 

ernevens

 

blaren

 

geweldig

 

haastig

 

rechte

 

leunde


eenbarelijk
 
fluistering
 
genomen
 

verwonderd

 

meende

 

leelijkste

 

treiteringe

 

cynische

 
peuterde
 
alleen

onverdraaglijke

 

klaterende

 
wegsmokkelen
 

achteren

 
merken
 

allengs

 
kittelde
 

ongemanierd

 

onzedelijk

 
ongemanierdheid