FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188  
189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   >>   >|  
rende schorre tikjes. En het was of zegenend de duisternis, in een dikken vlokken-mantel en de koude, als oneindig veel scherpe sprietjes, haar naderde, om haar heen viel, haar aaide en met haar geluk samen was. Toen dacht Mathilde aan dien eenen, dien eersten grooten nacht, waarin zij, voor haar open venster in het oude huis, over Jozef had gedacht, na dat hij 's avonds van zijn liefde had gesproken. In de verte, als een bevende, bleeke herinnering, zag zij nu inwendig haar vader voorbij gaan, voorbij ... voorbij. Zij merkte dat zij hem vergeten was. De koorts werd erger, en Mathilde sliep in, met droge lippen, dronken van het denken. Den volgenden Zondagmorgen, heel in de vroegte, was de min met Felix in de kinderkamer, boven de logeerkamer, voor het venster gaan zitten en liet het kind naar den dag kijken. Zij hield hem vlak voor de ruiten. Langzamerhand was het acht uur, half negen geworden, en Marie keek met een groote belangstelling op de stille gracht, waar na enkele melkboeren, die er met hun witblaauwe emmers aan de versch geschuurde koperen haken langs de huizen waren gegaan, om hard aan te schellen en de meiden, in hun nachtjakken en met halfdichte oogen, te helpen, de haastige en ingetogen kerkgangers liepen. Het waren burger-mannen met bloote handen, dik en grof, met schoenen glimmende in de morgenzon op de droge straat, met glimmende heele hooge hoeden op het glimmende van achteren heel dikke en kort in den hals afgesneden haar als geplakt; met borstelige nekken; met lange, zwarte jassen waaraan een dikke en bengelende achterzak en de andere dof gevuld; met wijde broeken van effen zwart laken of heele dikke met bruine strepen. Dan meiden met leelijke gezichten, helder gewasschen. Enkele met kornetten onder hun hoeden, die de meesten met bruine of zwarte banden onder hun kinnen hadden gestrikt. Andere hadden verouderde dameshoeden op, met veren en pluimen en linten in donkere kleuren. Maar vooral had Marie schik in de oogen van het kind op haar schoot. Zoo groot, zoo bruin, zoo zuiver vond zij ze, en zoo verstandig al. Zijn wenkbrauwtjes kwamen al aan, donkere streepen boven de oogen. Wat zag hij er mooi uit in zijn zondagspakje, met rokjes met kantjes, met die fijne kousjes met dat lieve blauw en witte doekje waar zijn bovenlijfje in gewikkeld was! Juist hield Marie het kind weer voor de ruiten en liet het dansen op haar knie, een zacht liedje neuriend toen de deur openging, en Jozefs lichaam, hoo
PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188  
189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   >>   >|  



Top keywords:

voorbij

 

glimmende

 

zwarte

 

hadden

 
bruine
 

ruiten

 

donkere

 
meiden
 

hoeden

 
Mathilde

venster

 
strepen
 

straat

 

gewasschen

 
handen
 

bloote

 

helder

 

gezichten

 

morgenzon

 

schoenen


leelijke

 

borstelige

 

bengelende

 
geplakt
 

achterzak

 

nekken

 
Enkele
 

jassen

 

waaraan

 

afgesneden


andere

 

broeken

 

gevuld

 

achteren

 
dameshoeden
 

doekje

 
bovenlijfje
 

kousjes

 

zondagspakje

 
rokjes

kantjes

 

gewikkeld

 
openging
 

Jozefs

 
lichaam
 

neuriend

 
dansen
 
liedje
 

streepen

 
pluimen