FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197  
198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   >>   >|  
breed zijn oogen en staarde, werktuigelijk doorgaand met het strikken van de doek, waaronder de kompres boven Mathildes hoofd vastgemaakt werd. Marie hield met haar twee handen het hoofd stil en de kompres er op. Jozef maakte den strik. Dan raakten zijn vingers Maries pols. Een sekonde bezat hij zich zelf niet meer. De strik viel los. Hij had met zijn hand Marie aangevat. Hij drukte zijn vingertoppen tegen Maries arm. Marie schrok hijgend, verrast, wilde haar hand te-rugtrekken. --O, God, ik kan niet meer! zuchtte Mathilde, die in haar kussen te-rugzonk. Oogenblikkelijk was Jozef weer bij zijn zinnen. --Wat doe je nu toch, Marie? zei hij, je houdt de kompres niet goed vast. Marie liet niets merken en de kompres werd vastgestrikt. Marie had niets begrepen; zij had zich zeker vergist, dacht zij. Mathilde had alles begrepen. Toen zij alleen was, bekende zij het zichzelf. Haar gemoed was verbrijzeld. Zij begon met wezenloos rond te zien en met haar handen haar hoofd te betasten. Hierop moest zij zich langzaam, zoetjes aan, rekenschap probeeren te geven van wat er gebeurd was ... Jozef stond daar, Marie daar, er was iets tusschen hen gebeurd. Hij had haar aangeraakt. Hij was haar, Mathilde, ontrouw geweest. Ontrouw? Ontrouw? Ja, dat was het woord, waarmede zij dikwijls in boeken de handeling had genoemd gevonden, die Jozef nu daar-zoo tegen haar had gepleegd. Neen, hoe was het ook weer gegaan? Die man, wat toch "die man"? Het was toch Jozef geweest! ... Jozef! ... Jozef! ... Een man had daar gestaan, was met zijn hand over haar heen gegaan ... Een man ... O, God, o, God, waar ben ik? wat is er! ... Ik word gek!... Wat was dat toch? Een vreemde wind uit de hel, die voorbij is gegaan ... Er is iets wech, er is iets van me wechgegaan! O, God, waar is 'et, waar is 't gebleven? Er is iets leeg geworden, hier, van binnen in me, in-eens, heelemaal, 't is wech, wech, mijn leven is wech ... voor altijd wech ... Als een krankzinnige sprak Mathilde luid in de eenzaamheid. Zij was zonder het te weten uit haar bed opgestaan, en rilde over de vloer, op haar bloote voeten. Zij wandelde door de kamer en bevoelde de voorwerpen, om te weten of zij bestond. Zij ging zitten op een stoel, als om bedaard over de een of andere zaak na te denken, die haar bezig-hield. Zij stond weer op en deed allerlei onverschillige dingen, alles vergeten hebbende, als of zij plotseling, in een minuut, in een andere vrouw was overgegaan, een gewone vro
PREV.   NEXT  
|<   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197  
198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

kompres

 

gegaan

 

begrepen

 
gebeurd
 

Maries

 

andere

 
Ontrouw
 

geweest

 
handen

voorbij

 
minuut
 

gebleven

 

gepleegd

 
wechgegaan
 

plotseling

 

vreemde

 

geworden

 

overgegaan

 

gewone


gestaan

 

vergeten

 

wandelde

 
bevoelde
 

voeten

 

bloote

 
allerlei
 

voorwerpen

 

bestond

 

denken


bedaard

 

zitten

 

opgestaan

 

altijd

 
binnen
 

heelemaal

 
hebbende
 

dingen

 

onverschillige

 
zonder

eenzaamheid

 

krankzinnige

 
Hierop
 

drukte

 
vingertoppen
 

schrok

 
aangevat
 
hijgend
 

verrast

 
rugzonk