FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   >>   >|  
blank. Maar haar verschijning prikkelde hem minder dan eerst, haar onnoozele landelijkheid drong op den achtergrond zijner verbeelding, nu hij zijn steedsche pleizieren juist weer herleefde. Als Jozef naar buiten ging, zoo in een paar uur, uit het midden van Amsterdam overgeplaats naar Hilyersum, steeg hij als uit een lauw bad van geurend water in de koude ijzige lucht. Uit al de kleuren van huizen, van winkelkasten met hun spiegelende ruiten, van de roepende advertentieborden aan de muren, van de door gevellijsten afgelijnde luchtvakken, waartegen het gerij, en gestap en geschreeuw opsteeg, van het grommelend en witschitterende leven, waar hij met een stille genot der gewoonte door heen wandelde, was hij ineens midden in de wezenloze stilheid van het buitentje, waarvan de grijsheid en droefheid niet opbloeiden in de lentezon, die het met vonken besprenkelde. Maar zijn grootste plaag was de rit 's morgens vroeg van Hilversum naar Amsterdam met de dilligence. Daar hij volstrekt op het vaste uur--half tien uiterlijk--op het kantoor wilde zijn, reden die treinen tusschen Utrecht en Amsterdam, die te Vreeland stopten, allemaal te vroeg of te laat. Ellendig! Dat was eerst een haastig aankleeden in het kleine kamertje, hij sliep daar in een alkoof, waarvan het achterschot in twee deuren geopend kon worden en dan uitkwam in de kamer van Mathilde. Hij had daar willen slapen om vlak bij haar te zijn altijd. Er kon 's nachts iets met haar gebeuren, had hij in het begin tegen den dokter gezegd, nog niet wetende, dat hij niet alle nachten buiten zou zijn. Nauwelijks aangekleed, uit zijn humeur, moest hij ontbijten in de frissche vroegte van de groote kamer. Marie was dan nog boven bij Felix; Jans had alles maar half goed in orde gebracht, met slaperige oogen. Hij had zijn koffie en zijn ei nog niet op, of uit de verte klonk het waarschuwend getoeter van den diligence-kondukteur, snerpend en rauw langs de vensters. Dan moest hij ijlings zijn overjas aantrekken, even, met een gedruisch, in de klamme kalmte van Mathildes kamer dringen haar een afscheidszoen geven op haar vermoeid gekleurde wangen na een pijnlijken nacht, beloven dien middag te-rug te zijn voor het eten en--de oude gele kast wachtte al in 't midden van den breeden grijs-gelen weg in-een-zakkend binnen zijn grove wielen. Binnen-in had hij 't niet uit kunnen houden en maakte dus nu de tochten achter het vooruitspringende bankje van den voerman, in de van voren uitgeho
PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   >>   >|  



Top keywords:

midden

 

Amsterdam

 

waarvan

 

buiten

 
groote
 

vroegte

 

slaperige

 
koffie
 

gebracht

 
frissche

Mathilde

 
Nauwelijks
 

slapen

 

willen

 
altijd
 

nachts

 

gebeuren

 

dokter

 

aangekleed

 

humeur


nachten

 

gezegd

 

wetende

 
ontbijten
 

aantrekken

 

breeden

 
binnen
 

zakkend

 

wachtte

 

wielen


bankje

 

vooruitspringende

 

voerman

 

uitgeho

 
achter
 

tochten

 
kunnen
 

Binnen

 

houden

 
maakte

middag

 

vensters

 
ijlings
 

overjas

 
uitkwam
 

getoeter

 
waarschuwend
 
diligence
 

kondukteur

 
snerpend