FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236  
237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   >>   >|  
a stond zij op, bekoeld, rillerig, ging voor het venster staan, haar voorhoofd tegen een ruit gedrukt boven haar moede kwijnende oogen. De smalle strepen van haar tranen, die over haar wangen afdropen, droogden in de van buiten komende warmte. Haar borst steeg en daalde, terwijl zij een paar maal hevig zuchtte. Daarna keerde zij zich om en ging, met haar oogen iets zoekende tusschen de papieren op tafel, te-rug naar haar plaats. Zij nam een schrijfboekje op: het dagboek, dat zij hield van Jozefs komen en wechblijven, En zij keek na: gisteren "niet geweest", eergisteren "niet geweest", en verder "niet geweest", "niet geweest". Toen dacht zij weer na. Zes dagen! Waren het maar zes dagen geweest? En al die tijd, dat zij alleen was geweest, ochtenden, middagen, avonden, nachten, een eeuwigheid van bange gedachten, een eindeloze angst, al die tijd, dat zij gestaan, gezeten, gelegen, geknield had, haar blikken dwalende over de voorwerpen in de rondte, een kastje, dat zij niet herkende, een hoek van de kamer die zoo onbegrijpelijk leeg scheen! En voor zijn laatste overkomst was Jozef toch ook nog wel eens zes dagen wechgebleven. Kon zij er dan niet aan wennen? Het was toch wel natuurlijk eigenlijk! * * * * * En het huishouden ging zijn gang met den onverschilligen tred van het dagelijksch leven, als een vreemde koele man, die zonder te zien haar gemoedsleven voorbijliep. Het was nu de tijd van koffiedrinken. Marie kwam binnen, met haar blozende gezondheid en haar hoofd als een groote appel, met Felix op haar arm. --Zeg dan: morgen, lieve moeder, goeye morgen! Het kind spande zijn oogjes, zonder wit, geheel door de blauwe bollen gevuld, wijd open, hief zijn stukje arm, met de tengere vurig-roode vingertjes naar boven, lachte schalks zoo als oude lieden kunnen lachen, zonder wenkbrauwen, en herhaalde, terwijl de woorden zich oplosten in het weeken van het ongevormd mondje: --Moye, liefe moede, goeye mo ... Mathilde, zwijgend, met een stijvigen glimlach, strekte de armen, nam het kind op haar schoot. Marie, met het opengeschuif van laatjes en een gerinkink van zilver en glazen, zette klaar voor de koffie. Mathilde zoende Felix op zijn dunne korte doorschijnende haar, zacht en glad als hazewindenvel. Maar zij vond geen liefkozingen, die hem bezighielden; hij draaide zijn groot bol hoofdje naar het venster, in geluidloze verwondering over zijn moeder. Toen Marie even wech was gegaan om
PREV.   NEXT  
|<   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236  
237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   >>   >|  



Top keywords:

geweest

 

zonder

 
morgen
 

Mathilde

 
moeder
 

terwijl

 
venster
 

stukje

 
gemoedsleven
 

lachte


vreemde

 
vingertjes
 

tengere

 
gevuld
 
blauwe
 

gezondheid

 

blozende

 

binnen

 

groote

 

spande


geheel
 

voorbijliep

 
oogjes
 
koffiedrinken
 

bollen

 
ongevormd
 

hazewindenvel

 

doorschijnende

 

koffie

 
zoende

liefkozingen
 

verwondering

 
geluidloze
 

gegaan

 

hoofdje

 
bezighielden
 

draaide

 

glazen

 

oplosten

 

woorden


weeken

 

dagelijksch

 

mondje

 

herhaalde

 

wenkbrauwen

 
lieden
 

kunnen

 

lachen

 

opengeschuif

 
schoot