FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237  
238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   >>   >|  
de kleine koffiekan uit de keuken te halen, werd Mathilde weer aangegrepen door het gevoel van daar alleen koffie te gaan drinken, zoo dat het eten zeker in haar keel zou blijven steken. Haar alleenheid sloeg haar nu in den geest met de regelmatige slagen der grijze scherpe eentonigheid. Het witte servet spreidde zijn koude tergend voor haar uit, wierp zijn snijdende vierkantheid tegen haar aan. Weer begon zij te huilen. Haar armen hadden zich verlamd, zij vergat Felix, die eensklaps zachtjes van haar schoot op de vloer gleed. Marie zette Felix' kleine tafeltje voor een venster. Uit een spanen doosje werd een heel leger van kleine tinnen soldaatjes geschud. Felix ging nu "opzetten" en in de stilte dronk Mathilde koffie. Zij at veel brood, meer dan zij honger had, hopende haar leed er telkens bij in te slikken; zij hield in die dagen meer dan vroeger van brood. Zijn kruimerige droogheid en zijn brosse korst raakten haar gehemelte sober en zedig, en brachten haar, met de herinnering aan haar vader, een lichte zweem van zachte troost. Na de koffie deed Mathilde een wandelingetje in den tuin. In den gang maakte ze een praatje met Jans over het weer, heel even, en stapte daarna met de zwakke treden van haar stoffen pantoffels op het straatje en in de laan. Het was pas kort geleden dat de dokter permissie had gegeven voor zulke tochtjes. Toen het heelemaal zomer werd, was zij eerst gegaan een klein eindje, gesteund door Marie, toen weer een eindje verder, met haar wandelstokje bij zich, om uit te rusten. Zij ging nu altijd naar de "hut", een prieel, een soort van wijdopenstaande rieten kast, met een bank in de rondte tegen den wand en een vlekkerige afgeschaafde groengele zwarterige ronde tafel in 't midden. In de hut bleef Mathilde uren zitten breyen of lezen, tot aan het eten. Als zij daar zat, zonder gedachte over de bladen van haar boek heen te turen, moe van het droomen en treuren van al haar dagen en nachten, werd zij onbewust het ruischen en leven van den tuin om haar heen gewaar en vloeide de zomer door al haar zinnen binnen. Langs haar voeten, langs haar schenen, haar knieen, haar dijen woelde de zomerlucht door haar onderkleeren en zuchtte allerwege haar huid in. Zij voelde koude plekjes aan haar beenen, als afgerond en zich plotseling op haar vel neerdrukkend om haar uit haar mijmering te doen ontwaken. Zachte wind wasemde met stille huiveringen door haar witte rokken, ritselde op langs het kiezelpad van den bod
PREV.   NEXT  
|<   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237  
238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

kleine

 
koffie
 
eindje
 

heelemaal

 

gegeven

 

permissie

 

dokter

 

geleden

 

zitten


tochtjes
 

midden

 

afgeschaafde

 

prieel

 
wijdopenstaande
 
verder
 

wandelstokje

 

altijd

 

rusten

 

gesteund


rieten

 

gegaan

 

breyen

 

groengele

 

vlekkerige

 

rondte

 

zwarterige

 

nachten

 

beenen

 

afgerond


plotseling

 
plekjes
 

voelde

 

onderkleeren

 

zomerlucht

 

zuchtte

 

allerwege

 

neerdrukkend

 

mijmering

 

rokken


huiveringen

 

ritselde

 

kiezelpad

 

stille

 

wasemde

 

ontwaken

 

Zachte

 
woelde
 

bladen

 

droomen