FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213  
214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   >>   >|  
gebonden door touw-dunne soepele rieten lintjes. Het kabinetje was vooral nuttig om een kast, diep als een kamertje, in de muur, en die tot den kelder toegang gaf. Door het donkere kamertje stapte Jozef, twee treetjes op, een deur door, in een hokkerig gedeelte van het huis links de luttele houten trap met een dunnen looper belegd naar boven, rechts voor hem uit een kamertje met een alkoof, links voor hem uit de keuken, onder hem het gesloten kelderluik, met een ijzeren ring om het luik op te heffen, plat getrapt in een zwartige voor. Alles was hier donker; een vage lucht van timmer- en metselwerk en van werklui die daar geweest waren geurde van rechts. De reet van de keukendeur werd bezet door een smalle lijn rossig licht. Bij tusschenpoozen suizelden deelen reuk van gebraden eten en van gekookt hebbend aardappelenwater er door heen, vervuld met stukken van kalme volzinnen van een oude meid, die, met een na het eten smeujige stem, babbelt. Jozef ging in het kamertje rechts. Hij had het voor logeerkamer laten inrichten, maar een logeerkamer minder in rang dan de twee op de zolderverdieping, wier vensters door het rieten dak heen op den breeden weg uitzagen. Hij voelde naar lucifers in zijn zakken, toen, met een ruk en een gewaai van vrouwenkleeren, de keukendeur openging, het portaaltje plotseling donkerrossig verlichtende, en weer dicht ging. Het was Marie, die de trap opliep, om boven te zien of Felix wel sliep. Jozef had haar gezien, zoo als haar lichaam zich donker afbeeldde op den achtergrond van rossig keukenlicht, en in de duistere rondheid van haar hoofd had hij haar lippen, donkerrood, de warm-blanke plekken van haar wangen en kin, het glad-glansend-blauw van haar oogen zien schemeren. Zij had hem niet gemerkt; maar nog, nadat het stappen van haar voeten al lang boven was wechgebleekt, zag hij, in de duisternis kijkende, daar lichtende vlekken dansen, waarin mollige stukken van Marie spookten, haar schouders, haar hoofd, en enkele door het lamplicht verbruin-goude halshaartjes. Jozef stond daar, de lucifers vergeten, die hij, met zijn eene hand half in zijn broekzak, aan 't zoeken was, de duisternis vergeten, zijn oogen bewegingloos, met een krampig gevoel er in, zonder gedachte. Even later was hij weer bij zijn zinnen. Hij vond in-eens dat hij in een verschrikkelijk verlaten duisternis stond. Het was toch nog koud al was het voorjaar! De gedachte viel over hem, dat hij weer een kleurloos leven ging beginne
PREV.   NEXT  
|<   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213  
214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   >>   >|  



Top keywords:

kamertje

 

rechts

 

duisternis

 

vergeten

 
rieten
 

donker

 

stukken

 
rossig
 

keukendeur

 
logeerkamer

gedachte

 
lucifers
 

donkerrossig

 

opliep

 
schemeren
 

wangen

 

plekken

 

verlichtende

 

blanke

 

beginne


glansend

 

donkerrood

 

achtergrond

 
keukenlicht
 

afbeeldde

 

gezien

 
duistere
 

lippen

 

lichaam

 

gebonden


kleurloos

 

rondheid

 

bewegingloos

 

krampig

 
gevoel
 

zonder

 
zoeken
 

broekzak

 

verschrikkelijk

 
verlaten

zinnen

 

plotseling

 
kijkende
 

lichtende

 
wechgebleekt
 

voorjaar

 
gemerkt
 
stappen
 

voeten

 
vlekken