FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227  
228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   >>   >|  
n Parijs gaan wonen of ergends in het buitenland, zoo als hij zoo dikwijls had willen doen! Daar lag hij nu, zonder pleizier, zonder iets! In wrevel spalkte hij nu zijn neusvleugels en hoorde het heele losse huis kraken en inslapen om hem heen. Meestal in deze nachten, lag hij te luisteren naar de geruchten van de eenige verdieping, boven zijn hoofd. Eerst hoorde hij de trap kreunen, als Jans en Marie naar boven gingen. Jans sliep in een alkoof, van den kleinen zolder uitgespaard, door een dun schot er van gescheiden, boven Mathilde; Marie sliep op het tweede der logeerkamertjes, aan de voorzijde van liet huis, juist boven Jozefs hoofd. Het huis was zoo dun-netjes gebouwd, dat Jozef elke stap van de pantoffels der meiden hoorde. Jans stapte licht, met haar magere oude beenen, Marie met zware voeten, meer klotsend. Hij hoorde haar stilstaan, met een gespatter der zolen, voor Felix ledikantje. Daarna verder gaan, het getikker van haar zaakjes, die zij op tafel lei, daarna een dof gemorrel, zij moest zich uitkleeden, daarna: "nacht Jans, wel te ruste" en het bromde te-rug, van achteren, veel verder af, als van iemant, die buikspreekt: "nacht, kind, slaap wel"; hierop hoorde hij het zware liggen-gaan van Marie in bed. Hierna was alles stil. Alleen een muis kraste achter het behangsel, en sarde Jozef uit den slaap, tot hij herhaaldelijk was opgestaan, om hevig te kloppen. Eens bleef hij vier dagen achter-mekaar in Amsterdam, elken dag telegrafeerende, dat hij te veel op het kantoor te doen had, om te komen. Mathilde scheen niet verwonderd bij zijn te-rugkomst. Zij zoende hem alleen flauwer, meende hij, en zag hem nog langer, nog wondelijker aan, met haar wijde oogen, waar een vreemd iets in sprankte. Zij ging een beetje beter, zeide zij. De heele beterschap zou zoetjes naderen. Eens op een anderen nacht, tegen den ochtend, werd Jozef wakker. Hij wist eerst niet wat hem wakker deed worden, wilde weer inslapen, zijn gezicht tegen den wand. Toen hoorde hij iets als blazen, ademen, iets dat leefde vlak bij zijn hoofd, een wezen, een dier misschien. Hij sprong op tot een zittende houding, draaide zijn hoofd boven zijn schouders rechtsom, keek in de wemelende donkerte, luisterend, onderzoekend. Het moest van achter het schot komen, uit Mathildes kamer. Hij hield zijn oor tegen het-hout. Nu hoorde hij hijgen, iets als een onhoorbaar schreyen, iets als een regelmatig kloppen van ver af, als op een aanbeeld van uren afstands ond
PREV.   NEXT  
|<   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227  
228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   >>   >|  



Top keywords:

hoorde

 

achter

 
Mathilde
 

wakker

 
verder
 

daarna

 
kloppen
 

inslapen

 
zonder
 

vreemd


sprankte

 
wondelijker
 

zoetjes

 
naderen
 
anderen
 

Parijs

 

beterschap

 

langer

 

beetje

 

flauwer


telegrafeerende
 

kantoor

 
dikwijls
 
scheen
 

mekaar

 
Amsterdam
 

buitenland

 

verwonderd

 

ochtend

 
meende

alleen
 

zoende

 
ergends
 

rugkomst

 

Mathildes

 
onderzoekend
 

luisterend

 

rechtsom

 

wemelende

 

donkerte


aanbeeld

 

afstands

 

regelmatig

 

hijgen

 

onhoorbaar

 
schreyen
 

schouders

 

draaide

 

gezicht

 
worden