FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204  
205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   >>   >|  
zijn nagels wel genoeg naar beneden gedrukt waren. Toen sprak hij zijn voorhoofd fronsend en zijn kin achteruit drukkend, half uit gekheid: --Ben-je nu van plan altijd ziek te blijven, lieve kind? --Dat weet ik immers niet, andwoordde zij, laten we het beste hopen. Naarmate Mathilde zich wendde aan haar ziekte, verlevendigde de gedachte aan God zich in haar. Zij voelde zich langzaam, meer en meer zacht-vroom gestemd worden. Zij voelde in haar wezen, terwijl zij haar pijnen doorstond, dat God er was om haar te troosten. Hij was daar, achter haar, boven haar hoofd, in de gordijnen en in den hemel van het ledikant. Maar het was geen wezen, geen omlijnde persoonlijkheid meer zoo als de God van haar jeugd. Het was iets onzichtbaars, iets als een wolk, een trilling van eindeloze goedheid en opperste troost, die zachtjes, bij kleine vermeerderingen, tot haar nederdaalde. Wanneer, met een heftigen sprong, het denkbeeld in haar hersenen stootte om terstond order te geven, dat Marie heen zou gaan, was die God daar voor een beletsel, onoverkomelijk. Marie moest blijven, Marie was goed voor Felix, Jozef zou geen kwaad meer doen. Wanneer zij in haar verbeelding Jozef en Marie samen zag elkaar liefkozend, en zij bij die samenkomst heel vergeten werd, en zij zag hem haar aanpakken, haar zoenen, dan straalde van dien God een ontkenning uit, voor de gestalten van Jozef en Marie heen. Hoorde zij 's nachts in haar verbeelding iets als zachte mannenstappen naar boven gaan over de trap, dan moest zij zich vergissen. Jozef was alleen, Marie was alleen. Een troost, die van links en rechts zachtjes aanwoei maakte haar kalm. Dan sprak zij die wezenlooze beschermende macht aan met de woorden, die haar van vroeger waren bij gebleven: O God, o Heer, o Jezus, ik dank u. Mathilde besloot het verdriet, dat zich door geen nieuwe vermoedens verlevendigde en dat zich verkleinde, te verdragen. Zij zou wachten tot zij beter werd, om weer op nieuw gelukkig te zijn. Het zou langzamerhand lente worden. Dokter Hansen hield nu lange gesprekken met Jozef over het naar buiten gaan van Mathilde. Na dat de dokter, met zijn kort hondenneusje en rimpelig in-een-geduwde handjes, allerlei raadgevende en verklarende bewegingen had gemaakt, was er besloten, dat de zieke in Hilversum zou gaan herstellen. Het dorp lag hoog, de lucht was er fijn. In den omtrek waren wel geschikte huizen, ook villaas, te koop of te huur. Dokter Hansen schreef aan den dokter in Hil
PREV.   NEXT  
|<   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204  
205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

voelde

 

verlevendigde

 

dokter

 
Hansen
 

worden

 

Wanneer

 
troost
 

Dokter

 
verbeelding

zachtjes

 
blijven
 

alleen

 

gebleven

 
besloot
 

zachte

 

mannenstappen

 

vergissen

 

nachts

 

ontkenning


gestalten

 

Hoorde

 

beschermende

 
woorden
 

wezenlooze

 

rechts

 
aanwoei
 

maakte

 

vroeger

 

langzamerhand


besloten

 

Hilversum

 

herstellen

 

gemaakt

 
allerlei
 

raadgevende

 
verklarende
 

bewegingen

 

villaas

 
huizen

geschikte

 

omtrek

 
handjes
 

geduwde

 
gelukkig
 

wachten

 
verdragen
 
nieuwe
 

vermoedens

 
verkleinde