oor een man.
Daarna dacht ze weer een tijdje.
--Zie-je, zei ze toen, als zei zij het besluit van een lange inwendige
redeneering, het is onmogelijk, dat ik altijd zoo zou blijven als ik nu
ben ... Een geluk, dat zoo groot is, kan niet in-eens uit zijn ... Ik zal
stellig weer beter worden, heel zeker, ik weet 'et natuurlijk niet, maar
zie-je, ik voel 'et zoo, ik voel 'et. En je begrijpt wel, dat ik nu nog
vreeselijk veel meer van je hou als vroeger, om ... hem, om Felix.
Ze had dit gezegd, zonder Jozet aan te kijken, haar blikken mijmerig
voor zich uit; nu knipte zij haar oogen even snel dicht en deed ze naar
zijn kant weer open, hem zoo vragend, hoe hij wel vond, wat ze daar
gezegd had.
--Ja, andwoordde hij, stellig! Ik geloof 'et ook, bepaald. En, als had
hij zich nog niet krachtig genoeg uitgesproken: Daar is zelfs geen
sprake van, dat je niet beter zou worden. Ik twijfel er geen oogenblik
aan.
Mathilde zat achter in haar stoel, haar oogen neer. Zij wreef met haar
rechter duim over haar linkerhand.
--En Emilie Hartse is met Berlage getrouwd he? vroeg zij, de woorden als
uit haar mond slepend.
--Ja, ze zijn d'r gisteren geweest; ik heb hun kaartje beneden: meneer
en mevrouw Berlage-Hartse.
--He, 't is een kokette, akelige vrouw, die Emilie, ik hou niets van
d'r!
--Och! zei Jozef verontschuldigend.
Toen Mathilde dien avond om negen uur al lang in bed lag en alles rust
was in de kamer, terwijl het buiten onhoorbaar sneeuwde en de wind over
de binnenplaats aan de ruiten ritselde, zat Jozef daar nog altijd, voor
de tafel. De koeranten van den avond, een paar tijdschrift-afleveringen,
een boek, lagen voor hem. Hij las het Buitenlandsch Nieuws. Die Emilie
Hartse, mevrouw Berlage, was wel een aardig vrouwtje! Hij lei het blad
plat op tafel en streek de kreukels er uit om beter te kunnen lezen. Zij
was zoo vroolijk, zij was ook mooi, hij mocht haar wel. Hij las van de
onaangenaam-heden, die tusschen De Duitsche en Fransche regeeringen
aanhangig waren. Zij zouden nu in lang wel geen partijtjes kunnen geven,
waarop mevrouw Berlage zou komen. Bismarck en Gambetta konfereerden door
bemiddeling van de ambassadeurs over de belangen van Europa. Hoe was het
mogelijk, dat zij dien dommen Berlage genomen had! In Rusland werd
dagelijks de vrees grooter voor uitbarstingen tusschen de joden en de
boeren. Zij had mooie rooye lippen, die Emilie. Het jonge Italie, dat ...
--Ben je daar nog, Jos? kreunde fluisterend ui
|