FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>   >|  
er boven in haar linkerhand en wond hem met haar andere in witte en gele doekjes. Met haar zeer klein hoofd, als geklonken in haar stijve kornet, leunde zij met haar eene hand op de tafel, boven het kind gebogen, wiens hoofdje nu nog alleen zichtbaar bleef. De baker stak haar vinger in den mond van het kind, en, zeer op de hoogte met haar kleine grijze oogen, zeide zij, dat er al een tand in het mondje zat en het kind dus met een tand was geboren. Dit scheen den dokter, die, tegenover de vrouwen aan de tafel, aan 't uitzoeken van het linnen-goed was, dat Mathilde nu eenigen tijd moest dragen, niet te verwonderen. Na het kind even bekeken en bevoeld en zijn wangentjes gezoend te hebben, ging Jozef zachtjes naar het bed, en draaide zich in de dichtgeschoven gordijnen. Mathilde lag in de groene duisternis, stijf in de schoone witte lakens. Zij hijgde zachtjes, haar haren, als een kronkelende zwarte plas, veel en verward over het kussen. Zij zag erg wit. --Mathilde, ik dank je wel, fluisterde hij en hij kuste haar. Maar haar lippen beefden en waren koud, en hij dacht in-eens, hij wist niet waarom, dat ze er wel eens van dood zou kunnen gaan. Hij lei zijn hand in haar haar op het kussen en vroeg: --Hoe voel-je je? --Uitgeput, erg uitgeput ... Zij bleef roerloos liggen en zei daarna, hartelijk, angstig, langzaam, de zeurige woorden, die pas bevallen vrouwen spreken: --Jos, ik weet niet hoe 't af zal loopen, maar mocht ik dood gaan, zorg dan goed voor ons kind! Als ik kon, dan zou ik het je knielend vragen. Maar beloof 't me, Jozef, maak, dat hij godsdienst heeft ... Be-loof 't me ... --Hoe kan je nu zoo spreken?, vroeg hij, ons leven begint nu pas goed en je denkt om te sterven! --Ik voel dat ik heel goed van-nacht kan sterven, andwoordde zij. Toen werd ook hij vreeselijk zenuwachtig, beiden in de kinderlijke aandoening van den hevigen toestand: nee, nee, dat kan niet! zei hij hard, en hij zoende fel haar gezicht, haar aan haar schouders vattende. De dokter en de baker kwamen er bij. De dokter had het gordijn wechgeschoven, hij trok Jozef bij zijn arm bedaard van het bed te-rug. Maar Jozef rukte zich los en riep, huilend: --Maar, ze sterft! waarom heeft u me dat niet gezeid? O, God, o, God, wat moet ik doen? Ze is koud, dokter, zoo koud als ijs, zeg ik u, en kijkt u d'r oogen eens! --Maar, 't is niets, hoegenaamd niets, zei de dokter, dat hebben bevallen vrouwen altijd! --O, ja, zei de baker, da
PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>   >|  



Top keywords:

dokter

 

Mathilde

 

vrouwen

 

sterven

 
kussen
 

hebben

 

zachtjes

 
bevallen
 

spreken

 
waarom

begint

 
godsdienst
 

vragen

 

loopen

 
beloof
 

knielend

 

sterft

 

huilend

 

gezeid

 

bedaard


hoegenaamd

 

altijd

 

wechgeschoven

 
vreeselijk
 

zenuwachtig

 

beiden

 
kinderlijke
 

andwoordde

 

aandoening

 

hevigen


vattende

 

kwamen

 

gordijn

 

schouders

 
gezicht
 

toestand

 
woorden
 

zoende

 

fluisterde

 
mondje

geboren

 

hoogte

 
kleine
 

grijze

 
scheen
 

dragen

 
verwonderen
 
eenigen
 

tegenover

 
uitzoeken