ijna te-gelijk voor de deur stil. De menschen
verschenen met heele hoopjes bij mekaar, als hadden zij 't afgesproken.
Met giegelend-gefluisterde groeten en beleefdheidsbetuigingen schoven de
dames, in sneeuwige mantels over de koude schouders en met hunne
versierde hoofden naar de achterkamer om hun mantels af te doen. Frits
wees den weg, na dat hij met zijn hoofd buiten de deur den koetsiers
"twee uur" als tijd om te-rug te komen had toegeroepen. De heeren wipten
achter hun dames snel de stoep op; hun glimmende schoenen kletsten en
kraakten piepend over de steenen treden.
De heele achterkamer was in-eens vol beweging. Een gezwaai en geslinger
van schoudermanteltjes, wollen doeken en halsdasjes voor 't kou vatten
en een gegolf van sleepen, een bloeyen van ronde schouders en een
geflikker van goud en juweelen en een somber samenzinken van overjassen,
omwalmd door den reuk van versche, sterke haar-en zakdoekwatertjes, die
Frits en Dientje naar 't hoofd steeg. De dames bekeken elkaars japonnen,
ze verheven zich, de eene achter de andere, voor den spiegel om hun haar
goed te doen of een roode bloem aan hun borst te verschikken. De heeren
klopten langs hun mouwen, spatten met den vinger een pluisje van hun
breede roklapellen. Een trok er zijn broek meer onder zijn vest. Frits
keek maar al naar Dientje, greep haar eens bij den schouder,
voorwendende achter haar heen te dringen zonder haar te hinderen, om
daar een heer te helpen, die zijn overjas niet uit kon krijgen.
Weer door den gang, brachten nu de heeren hunne dames naar voren. Een
warme pasteilucht kwam onbescheiden door de reet van een deur beneden,
want de oude Jans was nieuwsgierig naar de toiletten en keek om een
hoekje.
Mathilde stond bij den ingang van de voorkamer. Het eerst kwam binnen:
de heer en mevrouw Berlage. Na hen Louis Berlage, hun zoon, die aan zijn
arm had mevrouw de weduwe van Borselen. Dan volgden de heer Ster, met
mejufvrouw Emilie Hartse. Hier achter kwamen glimlachend een viertal
jeugdige heeren, waarbij Hasman en d'Ablaincourt van de club ...
--O, mevrouw, dank u, ik ben zoo gelukkig van uw invitatie gebruik te
kunnen maken.
--'t Doet me heel veel pleizier, mevrouw meneer ...
--Mevrouw van Wilden ...
--Mevrouw ...
--Meneer ...
--Dag, van Wilden, gefeliciteerd niet je verjaardag.
--Hoe gaat 't meneer Ster?
--Jozef, nog vele jaren hoor.
De heer Berlage was lang en mager en bleek: een spitse, stekelige kin en
neus, kleine
|