FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155  
156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   >>   >|  
alles, zij wist alles te raden en zijn wenschen te voorkomen. Zij ging 's middags nu dikwijls wandelingetjes doen, door de Damstraat en den Nieuwendijk en bracht iets voor hem mee, dat hij dan onder zijn servet vond liggen, aan het eten. Zoo had hij allang verlangd naar een horlogeketting. Zijn gouden had hij voor de rouw afgelegd. Nu had hij er nog wel een van platina, maar die besloeg, en beviel hem niet. Hij vergat maar altijd er zelf een te koopen of wel hij zag er alleen, die niet van zijn smaak waren. Na lang rondkijken had zij er eindelijk een uitgestald gezien en die gekocht: een breed zwart geribt lint, met enkele dofzilveren versierselen. Thuisgekomen, bevestigde zij het met haar slanke handjes aan zijn vest, en hij was er erg gelukkig mee. --Telkens als je nu op je horloge kijkt, zeide Mathilde, moet-je nog eens speciaal aan mij denken, ... natuurlijk moet je altijd om mij denken, om dat ik zooveel, zooveel van je hou, maar dan nog eens bizonder. Hij beloofde het. Mathilde had ook een uitgebreide studie gemaakt van zijn gelief-koosde spijzen en dranken. Hij had niet graag, dat zij zelf veel in de keuken kwam. Van zulke duitsche zeden hield hij niet, beweerde hij, die zaken moesten aan de keukenmeid overgelaten blijven. Maar zij deed 't toch 's morgens, als zij wist, dat hij niet thuis komen zou, en onder beurstijd. Hoorde zij dan maar even zijn huissleutel ritselen aan de voordeur, dan haastte zij zich de keuken uit en liet Jans verder begaan. Er waren twee soorten van pudding en een manier om met kruiden ossevleesch te braden, daar hij erg op gesteld was; dit had zij gemerkt, om dat hij dat op reis zoo dikwijls had besteld. Telkens als deze spijzen nu op tafel kwamen, zag zij duidelijk aan Jozef, dat hij haar verdacht van weer in de keuken te zijn geweest, maar zij ontkende ten stelligste, en na den eten kreeg zij er toch een zoen voor. Zoo leefden zij, bijna onophoudelijk met hun tweeen alleen, het najaar en den winter en daarna weer den zomer door. Intieme kennissen hadden zij niet; alleen van den ouden heer Berlage, den ingenieur Ster, mevrouw van Borselen en Emilie Hartse kregen zij een paar visites. Maar Jozef, die Mathilde zoo mooi vond en zoo dikwijls tegen haar zei: wat ben je toch mooi!, Jozef, die ijdel was en van vertoon hield, begon langzamerhand naar meer menschen-zien te verlangen, om benijd te kunnen zijn. Al dikwijls hadden Jozef en Mathilde over het nieuwe huis gesproken, dat zij in
PREV.   NEXT  
|<   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155  
156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   >>   >|  



Top keywords:

dikwijls

 

Mathilde

 

alleen

 

keuken

 
zooveel
 

spijzen

 

altijd

 
Telkens
 

hadden

 
denken

besteld

 
geweest
 

verdacht

 

duidelijk

 
kwamen
 

kruiden

 

verder

 

begaan

 

haastte

 

huissleutel


ritselen

 

voordeur

 

gesteld

 
gemerkt
 

braden

 

ossevleesch

 
soorten
 

pudding

 

manier

 

ontkende


vertoon

 

kregen

 

visites

 

langzamerhand

 
nieuwe
 

gesproken

 
kunnen
 

menschen

 

verlangen

 
benijd

Hartse

 

Emilie

 
onophoudelijk
 

tweeen

 
najaar
 

leefden

 
stelligste
 
winter
 

daarna

 
ingenieur