FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  
dragen en was na hun te-rugkomst natuurlijk altijd in 't zwart en donker-blauw gekleed geweest. Zijn vele andere kleeren kende zij alleen, om dat zij ze hem aan had zien hebben voor hun huwelijk. Maar ze nu zoo van-dichter-bij te kunnen beschouwen, ze te betasten, al die kleedingstukken en die toiletzaken, die hij als ongetrouwd heer had gebruikt en die nu allemaal in haar oude huis waren overgebracht dat deed haar een groot pleizier. Maar zij wilde hem-zelf, zijn binnenste, nog beter kennen. Wanneer zij zijn handen half dicht gehouden, voor haar, op het kantje van de tafel zag liggen, met den zegelring aan zijn pink, dan wilde zij weten, wat die handen al deden en aanraakten buiten haar tegenwoordigheid, en wat, toen zij haar nog niet mochten omhelzen en streden. Wanneer hij 's avonds, wat hij dikwijls deed, in het zaaltje op en neer liep, zijn handen op zijn rug, en hij zijn hoofd zoo recht-op droeg, en hij, van de hoogte van zijn oogen tot haar nederzag, terwijl zij achter 't theeblad zat of aan de tafel te lezen, en dat gezicht hem ernstig en vol liefde over haar na scheen te doen denken, dan wilde zij weten naar wat of naar wien die blikken zoo gingen en die gedachten zich richtten in haar afwezigheid, voor en tijdens hun huwelijk, toen hij niets aan haar had gehad. Zoo kwam zij hem over alles te ondervragen. Zij stelde belang in zijn kantoorzaken, in de Beurs. Hij moest van-alles vertellen, om haar te vrede te stellen: hoe zijn bedienden er uitzagen, hoe de boeken werden gehouden, of hij pleizier had in de zaken, of het personeel hem eerbiedig behandelde, of hij in zijn appart kabinet zat en van daaruit de zaken bestuurde of hij een mooyen lessenaar bezat, of hij veel visites kreeg op het kantoor, of er wel eens vrouwen kwamen. O, stellig, als hun rouwtijd om was, zou zij hem stellig daar komen opzoeken en zijn omgeving eens goed bekijken. Emilie Hartse kwam er toch nooit, nietwaar, nooit? Wel neen, andwoordde hij, hoe kon ze er aan denken, er kwam nooit een vrouw Ik heb zoo'n groot vertrouwen in je, verzekerde ze hem wel, ik weet niet hoe het komt, maar ik heb zoo'n groot vertrouwen in je, dat ik eigenlijk maar weinig jaloersch ben. Hierna ondervroeg zij hem, met een ontzachlijke nieuwsgierigheid, naar zijn levens-inrichting van voor hun huwelijk. Ja, zij wist er wel veel van, want, daar zij zooveel omgang met elkaar hadden gehad, altijd, had hij natuurlijk veel verhaald, maar was alles wel waar geweest, wat hij
PREV.   NEXT  
|<   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153  
154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   >>   >|  



Top keywords:

handen

 

huwelijk

 

denken

 

gehouden

 

pleizier

 

stellig

 

Wanneer

 

natuurlijk

 
altijd
 
geweest

vertrouwen

 

zooveel

 
personeel
 

werden

 

omgang

 

behandelde

 

eerbiedig

 
kabinet
 

visites

 
lessenaar

mooyen

 
daaruit
 

bestuurde

 

appart

 

boeken

 

vertellen

 

verhaald

 

kantoorzaken

 

stellen

 

uitzagen


elkaar
 

hadden

 
stelde
 

bedienden

 

belang

 

kwamen

 

weinig

 

eigenlijk

 

jaloersch

 

Hierna


Hartse

 

nietwaar

 

verzekerde

 

andwoordde

 

Emilie

 

bekijken

 
inrichting
 

rouwtijd

 

vrouwen

 

levens