FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  
bed. De dagen daarna leefde Mathilde in een veelkleurig peinzen en in een wonderlijken tweestrijd. Langzaam, met groote macht, daalde de liefde voor het leven, voor het jonge genietende leven in haar hart. Zij was verschrikkelijk zenuwachtig. Het eene oogenblik zat zij voor het oude bureautje, en wilde er niet van-daan gaan. Maar het volgende oogenblik kon zij 't zoo niet langer houden. Zij stond op, liep naar de deur, maar bedacht zich weer, en viel af in lange droomerijen. En terwijl de tijd verliep en de eene dag den anderen volgde, doemden daar voor haar geest, midden-in de treurige verlatenheid om haar heen, al de indrukken te-rug van haar liefdesgeschiedenis met Jozef, droomde zij dat leven over, van den eersten avond van zijn verklaring en valt nog lang voor dien tijd af tot aan den laatsten avond van hun huwelijksreis. De tijd van haar treuren kwam als vreeselijk lang voor haar. Was dat dan zoo lang geweest, dat zij haar man, beneden vergeten had. Hoeveel gedachteloze zoenen hadden zij mekaar in dien tijd gegeven, wat een tijd was het geleden, sinds zij mekaar zoenden den heelen dag! Al de gezichten van haar huwelijksreis kwamen op in haar verbeelding, en het kwam uit dat zij maar gewaand had zich ongelukkig te voelen toen. Het was was niet waar geweest, de bedwelming van dat schokkende nieuwe leven was er geen verdoovende geweest, zoo als zij het zich toen gedacht had. Mathilde kreeg een kleur van aandoening en begeerte, zij sloot het bureau dicht, al de laden een voor een. Zij liep door de kamer heen en weer, een glans over haar voorhoofd. Dat was liet geluk geweest, die huwelijksreis, dat de jeugd, dat het genot. Zij streek haar handen over haar wangen en over haar zwarte japon, om zich alles goed te herinneren. Er ging een prikkeling door haar leden. Een levensgloed schemerde door de doode-kamer. Een rijkdom van kleuren, een vloed van onbegrepen genietingen dwarrelden er door Mathildes hersens. Haar hoofd bonsde, een drift naar nieuw genot, naar meerdere vreugde nog, vulde haar. O, vader, prevelde zij, o, Jozef, Jozef, Jozef! Dien middag aan tafel merkte Jozef nog niets van de verandering in Mathilde. Wel zag zij hem voortdurend aan en trachtte nu en dan zijn blik op te vangen, om zich er eens rekenschap van te geven of zijn oog nog 't zelfde stond als vroeger, als hij naar haar keek, wel waren haar gebaren minder loom, maar hij zag 't niet. 's Avonds ook nog niet, maar den volgenden morgen, na hun ontbij
PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  



Top keywords:

geweest

 

huwelijksreis

 

Mathilde

 

mekaar

 

oogenblik

 

prikkeling

 

vroeger

 

gebaren

 

rijkdom

 

kleuren


schemerde
 

levensgloed

 

voorhoofd

 
begeerte
 
bureau
 
minder
 

herinneren

 
zwarte
 

wangen

 

streek


handen

 

verandering

 

merkte

 

middag

 

Avonds

 

vangen

 

voortdurend

 

trachtte

 

volgenden

 

prevelde


hersens
 
morgen
 
Mathildes
 

rekenschap

 

onbegrepen

 

genietingen

 

zelfde

 

dwarrelden

 
aandoening
 
vreugde

meerdere

 

bonsde

 
ontbij
 

Hoeveel

 
langer
 

houden

 
bedacht
 

volgende

 

volgde

 
doemden