FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  
uur voor het eten. De deur van het zaaltje stond open. Jozef zat voor de met een rood en zwart tafelkleed overdekte tafel in 't midden van het zaaltje, zijn hoofd over een boek gebogen, gesteund door zijn blanke smalle hand, met een kleinen zegelring aan den pink. Een half-uitgedronken glaasje portwijn stond voor hem. Verder lag er een hoopje papieren. Er was een aangename dagheldere tint. In den gang was alles kalm. Alleen het gekuch van Jans, het sissen van boter of het geklater van borden, die op of van mekaar geschoven, en het geklitter van zilveren lepels en vorken, die bewogen werden, klonken in den gang. Op-eens spande zich met een gepiep de ijzerdraad van de voordeurschel en de klepel klepte, met een gebibber van de ijzerdraad en; de schel klonk luid langs de witte muren met twee, telkens zachtere herhalingen. Jozef zag niet op; alleen knipte hij even snel met zijn oogen. Men kon hem, in de diepte van het zaaltje, van de straat af zien zitten, toen Jans de deur open had gemaakt voor een juffrouw die zij niet kende. --Is mevrouw thuis? vroeg een hoog stemmetje. --Jawel, jufvrouw. --Zou 'k mevrouw ook even kunnen zien? De oude Jans keerde zich om, en, terwijl zij haar hand om de kruk van de voorkamerdeur schoof, andwoordde zij. --Och, wil u hier maar even binnenkomen, asjeblieft? Haar oogen op-zij, om Jozef niet te zien in de verte, stapte de ranke elegante jufvrouw, op haar hooge bottines met verlakte puntjes, in de voorkamer, waar Jans haar volgde. --Kan ik ook zeggen, wie der is? De jufvrouw reikte in de roestige hand van de keukenmeid, die deze zoo juist aan haar boezelaar had afgeveegd, een klein dof-geel visitekaartje: Emilie Hartse. Na een blik tegen de jufvrouw, als had zij dien naam meer gehoord, ging Jans wech. Toen zij voorbij het zaaltje kwam, om Mathilde boven te waarschuwen, riep Jozef haar binnen. --Laat eens zien, zei hij, en daarna herkennend: o! Hij gaf Jans het kaartje te-rug, waarna zij de trap opslofte. Jozef ging voort met lezen. Na een paar minuten, draalde Jans te-rug, de trap af. --Zou mevrouw komen? Ja, meneer. Maar het duurde vijf minuten; Mathilde kwam niet. Jozef keek eens rond en gaf er zich rekenschap van. Nog gingen er vijf minuten voorbij en Jozef hoorde niets komen. Toen stond hij op en ging zelf naar de voorkamer. Hij kwam binnen en groette beleefd. --Jufvrouw ik wou u niet langer laten wachten. --Dag, meneer van Wilden, hoe maakt u 'et? ...
PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  



Top keywords:

jufvrouw

 

zaaltje

 

minuten

 

mevrouw

 

voorbij

 

ijzerdraad

 

Mathilde

 

binnen

 

voorkamer

 

meneer


stapte
 

binnenkomen

 

asjeblieft

 
afgeveegd
 
boezelaar
 
keukenmeid
 

volgde

 
visitekaartje
 

reikte

 

roestige


zeggen

 

bottines

 

puntjes

 

verlakte

 

elegante

 

hoorde

 

gingen

 

rekenschap

 

duurde

 

groette


beleefd
 
Wilden
 
wachten
 

Jufvrouw

 

langer

 

draalde

 

gehoord

 

Hartse

 
waarschuwen
 
opslofte

waarna

 

kaartje

 
daarna
 

herkennend

 
Emilie
 

dagheldere

 
aangename
 

papieren

 

portwijn

 
Verder