FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137  
138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>   >|  
aaltje, waarop hun kamers uitkwamen, want Jozef sliep nu op het logeerkamertje, om dat zij zoo moe en zoo zwak en zoo verdrietig was en beter kon liggen en rusten alleen in het een-persoons bed. Jozef had wel eerst de logeerkamer willen nemen, die boven het zaaltje was, maar Mathilde had hem graag dicht bij haar 's nachts en buitendien, dat was alles van-zelf toevallig zoo gegaan. Zij hadden er niet eens over gedacht of het wel redelijk was. Zij schenen in het leed van den dood hun hartstocht in te sussen. Zij zoenden mekaar goeden morgen en goeden avond als twee vijf-en-twintig jaar getrouwden. Soms lei Jozef zijn hand op haar schouder of streek haar over 't haar, maar dan andwoordde zij met geen enkelen blik, met geen een beweging. Hij had medelijden met haar droefheid; hij begon zich wel al te vervelen, maar hij wilde zich in deze omstandigheid schikken. Hij las maar koeranten en had ook zijn oude boeken over staathuishoudkunde weer eens doorgebladerd. Allerlei boeken waren hem door de handen gegaan, toen hij de nalatenschap en beschikkingen van den ouden heer geregeld had. Zoo was hij daartoe gekomen. Tot nu toe had Mathilde, na de begrafenis, nog niet in de slaapkamer van haar vader durven gaan. Jans had alles daar een beetje opgeredderd en schoongemaakt, maar verder was de deur gesloten gebleven. De sleutel stak er wel op, maar niemant had sints een dag of veertien de licht- bruine kruk bewogen. Maar Mathildes verdriet begon zich zoo te hechten aan al de voorwerpen in huis, die haar vader het dikwijlst had aangeraakt, dat zij eindigde met den wensch te hebben al de overblijfselen van zijn meest innig en eigen bestaan weer te zien, en, voor zoover zij ze nog niet kende, te ontdekken en te betasten. Een droevige nieuwsgierigheid mengde zich in haar doffe verdriet. Zij wilde nu die slaapkamer ingaan, en zachtjes over den vloer loopen, die lucht inademen, die kleuren zien, waarin hij had geleefd als hij alleen was. Zij wilde aan die ruimte, waarin aan die zoldering waaronder hij zoo gauw was gestorven, vragen of hij erg geleden had, of hij nog veel om haar had gedacht. Er mengde zich nog angst voor de kamer in haar nieuwsgierigheid: zou zij misschien de doffe echo van zijn stem hooren, zou niet zijn stap nog ergends treden, achter het bed, bij de tafel? Een ochtend, dat Jozef naar 't kantoor was over tienen, liep zij langzaam de trap op naar boven. Haar zwarte haar hing verdrietig over haar vale voorhoofd, en haar
PREV.   NEXT  
|<   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137  
138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>   >|  



Top keywords:

boeken

 

gegaan

 

waarin

 

verdriet

 

gedacht

 

goeden

 

nieuwsgierigheid

 

slaapkamer

 

alleen

 

mengde


Mathilde
 

verdrietig

 

bestaan

 
overblijfselen
 
voorhoofd
 
hechten
 

niemant

 
veertien
 

sleutel

 

verder


gesloten

 

gebleven

 

bruine

 

dikwijlst

 

aangeraakt

 

eindigde

 

wensch

 

voorwerpen

 

zoover

 

bewogen


Mathildes
 
hebben
 
kleuren
 

hooren

 

ergends

 

misschien

 

treden

 

zwarte

 
tienen
 
langzaam

kantoor

 

ochtend

 
achter
 

zachtjes

 
loopen
 

ingaan

 
droevige
 

ontdekken

 

betasten

 
inademen