zij 's avonds met Jozef boven alleen was op
haar kamer en Jans naar bed, zagen zij elkaar aan, zij waren in deze
droefheid weer nader tot mekaar gekomen. Toen zij in bed naast mekaar
lagen, huilden zij allebei nog. Maar Mathilde schikte zich heelemaal
tegen Jozef aan en sloeg zijn arm om haar hoofd. Hij zou voortaan haar
eenige beschermer wezen.
Er werd besloten, dat zij voorloopig het oude huis zouden blijven
bewonen, tot hun rouwtijd om was, had Jozef gedacht, en dan naar een
beter huis verhuizen. Uit de papieren bleek, dat Mathildes vader,
behalve dit en nog twee dergelijke huizen op den Oude Zijds
Achterburgwal, die samen twee-en-twintig honderd gulden huur opbrachten,
honderd dertig duizend gulden in effekten had nagelaten. Jozefs zaak
ging ook vooruit en leverde een acht duizend gulden in het jaar, zoo dat
zij te zamen een inkomen van zestien duizend zeven honderd gulden
hadden, waar vooreerst, zoo lang er geen kinderen waren, ruim van
geleefd kon worden in hun stand. Het bedrag van de Stuwens nalatenschap
had Jozef bizonder verrast. Hij had dan wel erg zuinig geleefd in zijn
klein huis en met zijn burger pot! Maar Jozef vond 't mooi van hem, daar
hij 't waarschijnlijk gedaan had om zijn dochter meer na te kunnen laten.
Jozef richtte nu voorloopig zoo zijn dag in: Na het ontbijt ging hij om
half tien naar 't kantoor, kwam om een uur thuis koffie drinken, ging
daarna naar de Beurs en kwam daarna thuis iets lezen. Dan schonk
Mathilde hem een glas port-wijn. Om half zes dineerden zij. En 's avonds
bleven zij weer bij mekaar zitten tot aan den nacht. Naar de club ging
Jozef vooreerst niet. Hij wou daar liever niet komen met den rouwband om
zijn hoed. En dan, had hij thuis niet zijn lieve vrouw zitten? Haar
gezelschap trok hem meer en meer aan. Uren lang zaten zij 's avonds bij
elkaar met de thee en praatten over de Stuwen en het verledene. Over de
toekomst spraken zij weinig.
Gedurende de eerste dagen, die op de begrafenis volgden, had Mathilde
niet naar haar vaders kamer gewild en alles precies zoo laten liggen als
het was bij zijn sterven. Zij had eigenlijk de eerste week, die op de
drukte volgde, niets uitgevoerd den heelen dag dan de kopjes omwasschen
na het ontbijt en na de koffie en de glazen na het eten. Verder zat zij
maar, met haar handen over mekaar, in de binnenkamer, waar zij zooveel
uren en uren met haar goeden ouden vader had gezeten. Dan tuurde zij in
de rondte, naar haar vaders leegen leuningstoe
|