FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  
en kellner gooide de eene met een perenschil. In platduitsch schold zij hem daarover uit, terwijl de rook van haar warm water in de rondte dwarrelde. Mathilde stiet de voordeur open en ging naar Jozef, die, een cigaret in zijn mond, voortdrentelde tusschen het groen in. VII. Den volgenden avond waren zij te-rug in Amsterdam. Zij reden gauw door den regen naar huis. Jans deed al open voor er nog gescheld was, met een doodsch gezicht. De tranen daalden over Mathildes wangen, toen zij den gang doorging naar het zaaltje, tranen om het leven, dat wech gestorven was uit het huis, het stille, bedaarde, goedaardige leven, met zijn kalmen gang, zijn zacht neurieen, al zijn kleine gewoonten en al zijn stille dingetjes. De stilte was nu zoo stil, dat het niet was om te zeggen. De stilte van den dood ademde door het huis, een grijsheid zweefde langs de muren en over de trappen, een warrelende schimmige nevel waarde in de hoeken en stofte van de zoldering. Mathilde had Jans bij het binnenkomen de hand gedrukt, zoo als het altijd in de familie gebruikelijk was geweest aan de meiden te doen bij allergewichtigste omstandigheden en treurige of aandoenlijke gelegenheden. Jans was nu de jonge mevrouw, die zij in de onnadenkendheid der ontsteltenis telkens nog jufvrouw noemde, naar het zaaltje gevolgd en hielp haar daar haar reisgoed afdoen. --Hoe is 't nou gegaan, zoo in eens? vroeg Mathilde zachtjes; de tranen drupten langzaam, zonder zenuwachtigheid, van haar wangen. --Ja, u zal wel erg geschrokken zijn? zei Jans. --'t Is treurig, erg treurig voor me, 't is een heele steun die me ontvalt. En 't is zoo gauw gegaan, toch zoo gauw, onbegrijpelijk, Meneer was dan, zooals u weet, een beetje rhematiek-achtig nog altijd, maar och gut, anders zoo gezond als 't maar kan. Hij at goed, zeker ... flink ... ten minste behoorlijk, zooals altijd. Een dag of vier geleden begon hij een beetje pijn te voelen hier, bij zijn maag, op zijn rug en in zijn hoofd. Ik zeg: meneer gaat u na bed, zeg ik, dan zal 't morgen wel over zijn. Den volgenden ochtend nog 't zelfde. Nou, toen zeg ik tegen meneer, blijft u nou maar legge. Wil ik ook iets schrijven of zoo aan de jufvrouw? Nee, zeit meneer, doe dat maar niet, ze komen toch over een paar dagen thuis. Nou, toen dee ik 't dan niet, maar 's middags werd meneer erger, hij had zoo'n pijn, dat ie 't niet uit kon houden. Och God, en hij huilde zoo! Ik ben naar den dokter gegaan, die is dadelijk
PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  



Top keywords:

meneer

 

tranen

 

Mathilde

 

altijd

 

gegaan

 

wangen

 

zooals

 

beetje

 

stilte

 

stille


zaaltje
 

volgenden

 

jufvrouw

 
treurig
 
langzaam
 
ontvalt
 

zonder

 
dadelijk
 

anders

 

gezond


dokter

 

achtig

 

Meneer

 

geschrokken

 

rhematiek

 

onbegrijpelijk

 

zenuwachtigheid

 

voelen

 

blijft

 

ochtend


zelfde
 
schrijven
 
middags
 

morgen

 

huilde

 

geleden

 

minste

 

behoorlijk

 
houden
 
drupten

meiden

 

gescheld

 
Amsterdam
 

doodsch

 
gezicht
 

goedaardige

 
kalmen
 

neurieen

 

bedaarde

 
gestorven