FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   >>   >|  
ren keer weer over verbaasde. Het ging hem al te goed af, zij waren hem al te eigen, die woorden en aanrakingen, die haar in 't eerst tegen hadden gestaan, maar waarin zij langzamerhand een genot was begonnen te vinden zich aan te onderwerpen. Maar toch, hij deed zooveel, hij wist zooveel, en zij deed nog niets, zij wist nog niets. Waren alle mannen nu zoo, of hij alleen? Zij voelde dat zij aan hem wech ging. Hij was 't, die een vrouw van haar zou maken. Wel voelde zij zich groeyen in de innige samenleving met hem, maar zij voelde zich voor zich-zelve verloren gaan in die liefde. Waar bleven haar eigen denkbeelden, die kleine bespiegelingen over allerhande dingen in de wereld, waar zij alleen voor zich-zelf pleizier in had. Waar bleven de indrukken, die zij kreeg en die zij voor haar eigen gemoed alleen verwerkte en onthield? Alles bleef wech. Zij gaf hem alles. Zonder het te zeggen of te waarschuwen, maakte hij zich van alles meester. Zij kon aan niets anders denken. Hem zag zij alleen in het leven, op hem kwam alles neer. En zij verweet hem deze waarheden zoo lief, dat hij op zijn knieen naast haar ging zitten, haar bij haar schouders achter-over neerdrukte, en haar heele gezicht rood en warm zoende, elken keer met zijn hoofd achteruitgaande om haar, een beetje verder af, goed te kunnen bekijken. Hij vond alleen dit te zeggen jij bent mijn eenige en grootste schat. Zij had zich hulpeloos prijs gegeven. Nu en dan bracht zij zwakjes haar armen, die aan haar zijden waren neergevallen, naar boven om hem een beetje af te weren. Maar zij liet hem begaan, en zoende te-rug, als zijn gezicht niet te gauw wech was. Er kwam geen sterveling over den weg achter hen en de heele omtrek bleef doodstil. Aan mekaar geklemd, bleven zij liggen. Keek Mathilde naar boven, dan daalde heel de hemel neer, de blaaren verwijdden zich boven hun hoofd, stralen van vuur schoten neer; het groen verdween en wolken van vuur en licht daalden altijd nader over hen af. Begon het niet te waayen? Als de boomstammen met al de blaaren ter zijde bogen, zouden zij bedolven worden door het regenend vuur, dat boven hen ronddreef. Het bosch werd hoe langer hoe kleiner. Vlammende winden woeyen wijd en zijd. Hijgende luchtstroomen zweefden tusschen de stammen door altijd dichter en dichter bij. --Vader, waar is vader? zuchtte Mathilde, maar alles was gloed om haar heen. In de bedwelmende lucht leefde zij voor het eerst vol haar liefde, met opzwenkende leden en dui
PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   >>   >|  



Top keywords:

alleen

 

voelde

 
bleven
 

liefde

 
beetje
 

achter

 
Mathilde
 
zeggen
 

blaaren

 

zoende


altijd
 
gezicht
 

zooveel

 

dichter

 

geklemd

 
neergevallen
 

zijden

 

mekaar

 
bedwelmende
 

daalde


liggen

 

sterveling

 
opzwenkende
 

leefde

 

doodstil

 

begaan

 

omtrek

 
verwijdden
 
stralen
 

ronddreef


zweefden

 

regenend

 

tusschen

 
stammen
 
bedolven
 

worden

 

luchtstroomen

 
winden
 

woeyen

 

Hijgende


Vlammende

 
langer
 

kleiner

 
zouden
 

schoten

 
verdween
 

wolken

 

boomstammen

 

waayen

 

daalden