FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  
iederen morgen. Dit zalig-vreemde gevoel in deze vreemde omgeving was zoo vol verrassingen, dat zij telkens dacht nu zou het wel op zijn heerlijkst zijn geweest. Iederen nacht sliep zij in met de gedachte van-daag zooveel te hebben liefgehad, dat zij den volgenden morgen zou ondervinden, dat er een verkoeling in haar liefde was gekomen. Maar bij het begin van den nieuwen dag, dan dacht zij nog meer van Jozef te houden dan gisteren. Alleen dat haar vader zoo ver wech was vond zij verschrikkelijk naar. Zij voelde zoo zich niet heelemaal aan haar geluk te kunnen geven. Zij had dien goeden vader daar alleen thuis achter gelaten. Als zij terugkwam in Amsterdam, zou zij weer erg voor hem te zorgen hebben waarschijnlijk, en toch verlangde zij er naar. 't Was nu maar te hopen, dat vader niet ziek werd gedurende haar afwezigheid. Mathilde dacht nu na, over hetgeen Jozef in oogenblikken als deze wel voelde. --Hou-je van me? vroeg zij. Dit had zij al zoo dikwijls gevraagd. --Dat weet-je wel, heel veel. --Wezenlijk, heel veel? --Wezenlijk, zei Jozef, maar hij lag te lekker den zomermorgen te genieten, zoo op zijn rug, om haar voor dit gezegde in zijn armen te nemen en te zoenen, zoo als zij het had gehoopt. --Ben-je dan niet blij, dat we nu zoo heel alleen samen zijn, dat ik nu heelemaal voor jou ben, dat je met mij doen kunt, wat je wilt? Hij andwoordde iets dat haar veel pleizier moest doen. En zij sprak weer voort: O, ik ook, ik begrijp mijn geluk nog niet heel goed, maar ik voel, dat het er is. Ik ben zoo gelukkig, dat ik bang ben, dat het niet lang meer duren zal. --O, waarom niet? --Ja, dat weet ik niet, maar het is zoo. Ik weet niet, maar alles is nog zoo vreemd; ik ben er nog zoo weinig aan gewend, En ik ben zoo bang dat vader iets zal overkomen. Hij stelde haar gerust. Waarom bang te zijn? Het weldadige seizoen zou ook vader goed doen. --Ik weet niet, zei ze weer, maar 't is net, of ik nog altijd een beetje bang voor jou ook ben. --Ben-je bang voor me?, vroeg hij, hoe dan? En zij lei het hem uit. Hun verhouding, zoo als die nu al acht dagen bestond, was zoo vreemd, zoo vreemd voor haar. Het hinderde haar, dat hij zich zoo met het meeste gemak kon schikken in al die dingen, waaraan zij zich nog gewoon moest maken. Hij behandelde haar op een manier, zooals hij het vroeger nooit had gedaan. Hij was heel lief, maar op zoo een innige manier, dat 't haar wel aangenaam was, maar dat zij er zich toch iede
PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  



Top keywords:

vreemd

 

heelemaal

 

alleen

 

Wezenlijk

 

voelde

 

vreemde

 
manier
 

morgen

 

hebben

 

pleizier


gewoon
 

behandelde

 

schikken

 

dingen

 

waaraan

 

gedaan

 

aangenaam

 

innige

 
vroeger
 

begrijp


andwoordde

 
zooals
 

overkomen

 

altijd

 

gewend

 
weinig
 

beetje

 
stelde
 

gerust

 

seizoen


weldadige

 

Waarom

 

gelukkig

 

bestond

 

hinderde

 

meeste

 

waarom

 
verhouding
 

hetgeen

 

nieuwen


verkoeling
 
liefde
 

gekomen

 
houden
 
gisteren
 
kunnen
 

verschrikkelijk

 

Alleen

 

ondervinden

 

volgenden