FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  
ort in de verte. Vroege vliegjes wirrelden boven haar handen; twee heele kleine bleven mekaar halsstarrig op haar rechter wijsvinger vervolgen. Het ochtendgepraat van een paar gezinnen, een eind verder onder het zonnescherm aan het ontbijt, links van Mathilde, hoorde zij bijna niet. Een stijve kellner kwam uit de deur loopen om de families te bedienen, versleten zwarte blaadjes met gemeen wit aardewerk op de handen, borden met groote ronde brooden aandragend. Soezelig fladderde een gedachte door Mathildes hoofd: wat zou vader graag eens zulk brood proeven. En zij overdacht haar vaders voorliefde voor brood. Twee blonde kinderen huppelden nu naar buiten en bekeken Mathilde even met klare oogen. Maar er waren zooveel gele tinten in de groene heesters, de zon smeet breed lila over den bergwand rechts en er sprankten zooveel glansjes door de sparreboompjes, dat Mathilde langzaam opstond, en terwijl haar korte sleep, waar ook een wit strookje uit te voorschijn kwam, bevend over het zand krulde, naar voren wandelde, het hek door, en op den weg staan bleef om naar beneden, links in het dal, te kijken. De zon was schuin achter haar; haar blikken dwarrelden door de wijde zilverblauwe lucht. Voor haar uit streepte de weg neer, breed, poeyerig, wit, altijd nauwer wordend tusschen de ruigbestruikte lage bergglooying, in een hoog kroeserig boschje verdwijnend. In de diepte zag zij een roerloos watertje, sneeuwwitte huizen, kaal land, waarop poppetjes, dat menschen waren, gebaren maakten en liepen. Maar effen lichtend blauw daalde de hemel nauwelijks, heel beneden, blankend. Nog nooit had Mathilde zoo weinig grijze nevel aan een horizont gezien. Hooger-op in de lucht stond de heele ruimte in een laayend sidderen witblauw, goud-flonkerend. En alles blankte schitterend. Een plekje gras en mos door-een-gegroeid, vlak bij Mathilde, glansde van niet wechgedroogde dauw met kleuren van paarlemoer. Er zongen vogels en Mathilde voelde van muziek die uit de lichtzee van den hemel neerruischte. De lucht was sterk. Mathilde voelde, bij dit ontwaken vol wemelende stralen, haar oogen door een donzig waas overtrokken. Sprakelooze onuitbare vreugde steeg er op van haar hart. Zij zag golven van wit vuur uit de hoogte tot haar afkomen. Haar oogen glommen dronken tegen het tintelend verschiet. Haar eene been, waarop zij steunde, wankelde. Weer langzaam ging zij te-rug naar de bank, om op Jozef te wachten. Het roode reisboek was op den grond gevallen.
PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

waarop

 

voelde

 

beneden

 

zooveel

 

langzaam

 
handen
 

horizont

 

gezien

 

Hooger


grijze
 

weinig

 

ruimte

 

laayend

 

blankte

 

schitterend

 

plekje

 

flonkerend

 
sidderen
 

witblauw


gegroeid

 
nauwelijks
 

sneeuwwitte

 

watertje

 

huizen

 
roerloos
 

boschje

 
kroeserig
 

verdwijnend

 

diepte


wirrelden

 

poppetjes

 

daalde

 

vliegjes

 

Vroege

 

lichtend

 

menschen

 
gebaren
 

maakten

 

liepen


blankend
 
dronken
 

tintelend

 
verschiet
 
glommen
 
golven
 

hoogte

 

afkomen

 

steunde

 

wachten