j. "Ik wil niet in den regen loopen...."
Hedwig had moeite haar voort te trekken, maar toen Bunny eieren voor
haar geld koos en, zooals Hedwig ook verwacht had, al spoedig achter de
anderen aan kwam snellen, ging het beter. Zij nam Nesta van Hedwig
over, liet haar nu en dan bij wijze van pretje op een draf loopen en
lachte Bridget uit, toen deze nog eens verschrikt riep: "Ach, daar is de
_banshee_ weer, de _banshee_ gaat met ons mee naar huis. Als zij van
nacht maar niet onder een van onze ramen komt...."[11]
Boy gaf vanaf zijn hooge zitplaats allerlei opmerkingen ten beste.
"Maddy's hoed wordt zoo nat!" "Maddy's ooren beginnen te glimmen van den
regen!" "Bunny's jurk druipt!" "Wat stapt Nesta lekker in de plassen!"
"Vort paardje, vort!" En hij sloeg zijn armen steviger om Hedwig's hals
en drukte zijne beenen tegen hare schouders. Hedwig keek om en knikte
hem eens toe, waardoor tot groot plezier van Boy, een lange straal water
van haar hoed af liep.
Eindelijk, juist toen de regen minder werd, waren zij thuis. Nooit nog
had Bridget den weg naar boven zoo lang gevonden, maar toen zij eenmaal
het kasteel Balvourneen in het gezicht had, schaamde zij zich haar angst
en een weinig verlegen kwam zij Hedwig op zijde, keek haar trouwhartig
aan met hare grijze oogen en zei:
"Ik ben een slechte hulp geweest vandaag. Een volgenden keer zal ik niet
weer zoo laf zijn!"
Hedwig kon onmogelijk anders antwoorden dan met een glimlach, zoo hijgde
ze van den tocht den berg op met den zwaren Boy op haar rug.
Daar kwam Bruce aanhollen. Met woeste sprongen en een luid geblaf
begroette hij zijn natte kameraden en als om hun te zeggen dat zij toch
voort moesten maken, draafde hij toen voor hen uit, om bij den ingang op
hen te blijven wachten.
In de vestibule, neergezegen op een der lage stoelen, vonden zij Mrs.
Balvourneen. Zij hield hare handen voor 't gezicht, maar liet die met
een gebaar van neerslachtige berusting in den schoot vallen, toen zij al
de kinderen gezond voor zich zag.
"Is dat uitblijven!" riep ze. "Mijne zenuwen zijn geheel in de war. Ach,
mademoiselle Eiche, hoe kondt u zoo ver met die arme, teere kinderen
gaan en hen aan dien storm blootstellen? En mijn lief, eenigst zoontje,
ach, wat ziet hij er nat en akelig uit! Ga dadelijk naar boven, Bridget,
en laat de kinderen allen een warm bad nemen en iets warms drinken en
dan naar bed gaan.... Ik kan niet meer spreken, ik ben doodop van al den
angst, dien ik doo
|