r weer vuil en donker en somber en modderig uit!"
riep Hedwig onder het rijden. "Heerlijk dat wij er uitgaan!"
"Ja, ten minste ... als wij het in Devonshire beter krijgen," zei Dr.
Hearty op bedenkelijken toon.
"Maar dat zal toch wel! Zuster Kate zei dat de lucht daar zoo zuiver was
en dat het er zoo mooi was! Zij heeft er familie wonen, in de buurt van
Teignmouth, juist waar wij naar toe gaan. Het moet er verrukkelijk
wezen!"
"Ik _hoop_ het," zei Miss Hearty weer, "maar als wij er zulk slecht weer
treffen...."
"Dan vind ik het _toch_ heerlijk, omdat ik bij u ben!" zei Hedwig
vroolijk.
"Pas op maar, mijn gezelschap kon je wel eens niet meevallen op den
duur!"
"_Was sich liebt, neckt sich_," zei Hedwig lachend. "Wilt u dat nu eens
voor mij in 't Engelsch vertalen?"
"Daar heb ik op dit oogenblik volstrekt geen tijd voor, want hier zijn
wij aan Paddington-station. Zorg jij nu voor de bagage en de kleine
pakjes--denk er om, er is een _luncheon-basket_ bij,--dan ga ik plaats
nemen en zien dat wij een goeden coupe krijgen."
Een _luncheon-basket_? Hoe aardig dat die er bij was! Hedwig was er zeer
benieuwd naar en toen zij de kostbare mand werkelijk veroverd had, stond
zij erop haar zelf te dragen en liet de andere bagage aan den kruier
over.
Miss Hearty stond reeds bij een coupe op haar te wachten, omringd door
vrienden, die echter de een na den ander afdropen, toen zij beslist te
kennen gaf met haar patientje alleen te willen reizen. Hedwig moest
languit op de bank gaan liggen en het zich zoo gemakkelijk mogelijk
maken. "Je laat je maar door mij bedienen, alsof het van zelf spreekt,"
zei Dr. Hearty om haar te plagen, terwijl zij haar een kussen onder het
hoofd legde.
Zij moesten eenige uren in den trein doorbrengen, maar de tijd viel geen
van beiden lang. Zij rustten en lazen en babbelden wat en Hedwig klapte
in de handen, toen Dr. Hearty eindelijk het oogenblik gekomen achtte om
de _luncheon-basket_ te openen.
"Misschien is het ook nog wel wat te vroeg om nu reeds te gaan eten,"
zei ze met een strak gezicht, terwijl zij de mand gesloten hield. "Je
hebt zeker nog geen honger?"
"Als een paard!" liet Hedwig zich ontvallen.
"Maar meisje, wat een uitdrukking! Ik hoop niet dat ik iets heel
ondoordachts gedaan heb door met jou op reis te gaan."
"'t Is nu te laat," zei Hedwig overmoedig, "er is niets meer aan te
veranderen. En mag ik nu als 't je blieft wat te eten hebben? Anders val
ik nog flauw en
|