FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>  
den en opeens, tot hare eigene bittere ergernis, snikte zij het uit. De dokter nam hare beide handen in de hare. "Als wij nu eerst eens maakten dat we heelemaal weer gezond werden," zei ze zacht. Hedwig keek haar aan; zij zag er zielsbedroefd uit. "Hoe?" vroeg ze fluisterend. "Dat heb ik u gezegd, door te rusten." "Maar dat kan niet," herhaalde Hedwig. Toen, opeens doordrongen van het besef dat zij al te veel beslag legde op den kostbaren tijd van Miss Hearty, bedwong zij met kracht hare aandoening en maakte zich gereed heen te gaan. "Uwe andere patienten wachten," zei ze eenvoudig. De dokter knikte even. "Ja zeker, maar wij hebben geen haast." Zij nam haar receptenboekje, schreef een paar woorden op, schelde het dienstmeisje en gaf haar het stukje papier. En zich weer tot Hedwig wendend, vroeg ze: "Heb ik uw vertrouwen?" "O ja, ja." "Doe dan wat ik u zeg." Hedwig knikte. Ze hield zich nu weer flink en wachtte met opgeheven hoofd wat Miss Hearty verder zeggen zou. "Er komt straks een _hansom_ voor, die zal u naar een ziekenhuis brengen, waar het heel goed is. Aan de directrice van uw _home_ zal ik vandaag nog schrijven; men zal u uwe kleeren sturen....." "En ... mijn moeder?" "Haar moogt ge schrijven, zoodra gij wat uitgerust zijt. Houd maar goeden moed; alles zal zeker te recht komen." Hedwig knikte weer; ze kon niet goed spreken. Ook voelde zij zich nu zoo afgemat dat zij nauwelijks in staat was hare gedachten te regelen. Zij wist alleen maar dat de opbeurende stem van de dokteres haar weldadig aangedaan had en dat zij thans niets liever wilde dan haar raad volgen. Als in een droom liet zij zich in de _hansom_ helpen; men gaf den koetsier het briefje en aanwijzingen, even merkte zij op dat de mist iets minder ondoordringbaar was dan straks, toen sloot zij de oogen en reed heen, bij zichzelf prevelend: "Ik geef toch den moed niet op. God helpt, God helpt!" HOOFDSTUK XII. Aan de blauwe Zee. Zij zat nog doodstil en met gesloten oogen, toen de _hansom_ staan bleef voor een groot grijs gebouw, dat door een plein en hek omgeven was en hoewel zij niet sliep, verkeerde zij toch in een soort verdooving, die alles wat zij doormaakte, slechts half werkelijkheid voor haar deed zijn. Als uit de verte hoorde zij het geluid van stemmen, daarop werd zij uit het rijtuig getild, even opende zij de oogen en keek in een lief, ernstig gezicht, toen vielen de zware oogleden weer toe. En steed
PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>  



Top keywords:

Hedwig

 

knikte

 

hansom

 

Hearty

 

schrijven

 

straks

 

opeens

 

dokter

 

koetsier

 

briefje


helpen

 

aanwijzingen

 

volgen

 
minder
 

bittere

 

ergernis

 
ondoordringbaar
 
merkte
 

afgemat

 

nauwelijks


snikte

 

voelde

 
spreken
 

gedachten

 

regelen

 

aangedaan

 

zichzelf

 

weldadig

 

dokteres

 

alleen


opbeurende

 

liever

 

hoorde

 

geluid

 

stemmen

 

daarop

 

slechts

 

werkelijkheid

 

rijtuig

 

oogleden


vielen

 

gezicht

 

getild

 
opende
 

ernstig

 

doormaakte

 

verdooving

 

doodstil

 
gesloten
 
blauwe