te vinden, Dinsdag's
een reepje gebakken spek, Woensdags een hompje kaas en ... Zondags een
ei, maar dat was dan ook een groote traktatie!
Er was iets saais in deze steeds eentonig terugkeerende volgorde en saai
was het ook dat er nooit een enkele levende bloem of plant op de
eettafel te zien was, die iederen dag weer met een paar bakken met
leelijke ijzeren planten prijkte, aan iederen kant der tafel een, om de
regelmaat te bewaren! Iets saais lag er ook over de stemming van vele
der tijdelijke bewoonsters, die voor 't meerendeel gebukt gingen onder
de noodzakelijkheid om betrekkingen te zoeken, welke zoo heel moeielijk
te vinden waren en onder den angst, niet genoeg geld te hebben voor een
vrij langdurig verblijf in het _home_.
De directrice was vriendelijk en goed en gaf een hartelijk woordje waar
zij kon, maar zij had het veel te druk om zich werkelijk met hare
tijdelijke huisgenooten bezig te houden en zag er dikwijls zoo afgemat
uit dat Hedwig medelijden met haar kreeg. Er waren er meer met wie zij
medelijden had, arme, afgetobde schepsels, die veel te weinig geleerd
hadden om haar werk naar behooren te kunnen doen en dan ook geringe kans
hadden als gouvernante te worden gekozen door een der dames, die bij de
directrice om inlichtingen kwamen. Hedwig werd benijd om haar vlot
Duitsch en Fransch en haar muziek en de goede getuigschriften die zij
kon toonen, maar ook zij moest geduld hebben. Want hoewel het nu spoedig
Kerstmis zou zijn en het dus tegen Nieuwjaar liep, kwamen er maar weinig
aanvragen in om gouvernantes en het speet Hedwig telkens dat zij zich
niet kon aanbieden als "een vlug, knap, eerlijk dienstmeisje", want
_die_ werden genoeg gevraagd!
Toen er zich werkelijk een paar betrekkingen voordeden, gingen anderen
haar nog weer voor. Er waren twee slordige, drukke Francaisetjes in het
_home_, die aan tafel de flauwste grappen verkochten en er een eer in
stelden, nauwelijks een paar woorden Engelsch te kennen. Zij giggelden
den lieven, langden dag om niets, hadden zich aangewend om over
allerlei, dat zij elkaar vertelden, in gemaakt gebroken Engelsch uit te
roepen: "Iet ies kjoerioes" (_It is curious_) en lieten er zich
verbazend veel op voorstaan dat zij uit Parijs kwamen. Dat zij slecht
onderricht hadden gehad en zeer onontwikkeld waren, daarover
bekommerden zij zich niet en toen haar op zekeren dag meegedeeld werd
dat twee dames den wensch te kennen hadden gegeven naar een "echt
Parijsche" gouvernan
|