|
lonk de donder, heel fel scheen plotseling het
licht, luider en zwaarder werden de donderslagen en met onstuimige
kracht viel de regen in dichte stralen neer.
"Gauw naar huis. Loopen, draven, den kortsten weg nemen!" riep de hevig
ontstelde Bridget, Boy bij den arm grijpend. "Voortmaken kinderen,
vlug!" riep Hedwig. "Nesta, geef mij een hand, May en Bunny houdt elkaar
vast.... Niet bang wezen...."
"Bang? Wie is er bang? Ik niet!" riep Bunny met vuur uit. "En ik blijf
hier. Het is veel te prachtig om nu weg te loopen. En wij hebben immers
een huis! Kijk, wat blijft het stevig staan! Oef...." En zij sloeg den
rok van haar jurk over het hoofd en veegde zich den regen uit het
gezicht.
"Ja, ik blijf ook hier; ik wil niet weg, ik doe het niet," riep nu Nesta
met haar hooge sopraanstem en Boy rukte zich van Bridget los en riep
mee: "Ik ook! Ik ook! Ik wil niet naar huis!"
"Dan gaan wij ook niet, he?" vroeg May, met schitterende oogen tot
Hedwig opziende. "_Mogen_ wij blijven?"
"Neen, natuurlijk niet. Wij gaan onmiddellijk naar huis, allemaal," zei
Hedwig zeer beslist. "Komaan kinderen, geen gekheid!"
"Gaat allemaal maar weg; _ik_ blijf hier," herhaalde Bunny, die geheel
onhandelbaar geworden scheen door het onweer.
"Och, wat moeten wij doen? Wat moeten wij doen?" riep Bridget wanhopig
uit, zich met echt Iersche opgewondenheid de handen wringend. "O, hoort
toch eens, wat een noodweer! Ach en daar is de _banshee_, de _banshee_,
ach, ach!"
Een ratelende donderslag was door een verblindend licht gevolgd, toen
dit wegstierf, deed zich een langgerekt, klagend geluid hooren, dat door
de bergen weerkaatst werd.
"Biddy," zei May, haar hand op Bridget's arm leggend en bedaard
sprekend, hoewel zij doodsbleek zag, "het is alleen het onweer. Je moet
niet bang wezen voor de _banshee_; die is er niet, zegt vader."
Doch Bridget was te zeer buiten zichzelf om naar haar te kunnen
luisteren. "We moeten vluchten, vluchten voor de _banshee_," fluisterde
ze, Hedwig angstig aanziende.
"Ja, wij gaan naar huis," hernam Hedwig, die heel bedaard bleef. "Komt
kinderen, dadelijk, terstond!"
"Ik wil niet, ik doe het niet!" riep Nesta driftig, Bunny zei nog eens:
"Ik _blijf_ hier," en nu nam Hedwig den zeer tegenstribbelenden,
gillenden Boy op hare schouders, greep Nesta's hand stevig vast en liet
Bridget met May vooruit gaan om den kortsten weg te wijzen.
Nesta schreeuwde het uit. "Ik wil niet! Ik wil mijn zin hebben!" riep
zi
|