FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151  
152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>  
gen haast niet meer open houden en toen zij goed en wel in den trein naar Londen zat, bleef zij heel stil in haar hoekje zitten, tot niets meer in staat dan om zich lijdelijk te laten meevoeren naar de groote wereldstad. De groote wereldstad vertoonde zich, toen zij haar vroeg in den ochtend naderde, niet juist op haar aantrekkelijkst, want er hing een vuilgrijze mist, die het in de huizen en straten akelig donker maakte en den indruk gaf als zouden deze duistere Decemberdagen, de een na den ander, zonder een enkelen lichtstraal, in eentonige somberheid, moeten voorbijgaan. Londen zag er nu wel geheel anders uit dan zij het gezien had op dien stillen Septemberochtend, toen zij op weg was naar Edinburg. Wat scheen dat nu lang reeds geleden! Toen hing er een ragfijne, teere nevel, die tooverachtig en geheimzinnig over de groote gebouwen en boomtoppen gleed, nu lag over alles een groezelig, zwartachtig waas en verbaasde zij er zich haast over dat zij Londen ooit mooi had kunnen vinden. Londen en Glengariff--wat trof haar het verschil, terwijl zij zich in een oude, uitgezakte vigilante naar het _home_ liet rijden! Zij troostte zich met de hoop dat zij misschien niet zoo heel lang in Londen zou behoeven te blijven en, als zij maar eerst zeker was van een mooie nieuwe betrekking--wie weet, of zij dan toch niet nog enkele dagen naar Duitschland zou kunnen gaan! Al was het maar voor een week, voor vier dagen zelfs, zij zou ... ja, zij zou er de reis dolgraag voor over hebben, al moest zij dan nog eens weer heel zeeziek wezen! En in de versleten, slordige vigilante, rijdend door de modderige straten van het mistige Londen, op sommige plaatsen nog spookachtig verlicht door mat lantarenschijnsel, dat streed met het grauwe licht van den winterdag, begon zij opeens vroolijk te neurien: "_Wenn ich komm', wenn ich komm', wenn ich wieder komm'...._" "_Ach, wird das schoen sein!_" riep zij opgewonden. Toen raakte zij weer in gepeins verdiept, sloot de oogen en gaapte dat het een aard had. "Hoe kom ik zoo moe! En wat duurt die rit toch lang!" riep zij ongeduldig. Maar eindelijk was zij waar ze wezen moest. Zij was een gedeelte van een park voorbij gereden, waar het er bijster kil en verlaten uitzag en bevond zich nu in een lange straat met smalle, hooge huizen, die alle precies op elkaar geleken. Voor een hiervan, kenbaar aan een groot bord, waarop in reusachtige letters iets stond aangekondigd, hield de vigilante stil.
PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151  
152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>  



Top keywords:

Londen

 

vigilante

 
groote
 
huizen
 

kunnen

 

straten

 

wereldstad

 

streed

 

lantarenschijnsel

 

grauwe


winterdag
 

opeens

 

vroolijk

 

neurien

 
zeeziek
 
dolgraag
 

Duitschland

 

hebben

 

mistige

 

sommige


plaatsen

 

spookachtig

 

modderige

 

rijdend

 

versleten

 

slordige

 

verlicht

 

gaapte

 

precies

 

elkaar


geleken

 
smalle
 

straat

 

verlaten

 

uitzag

 

bevond

 

hiervan

 

letters

 

aangekondigd

 

reusachtige


waarop

 

kenbaar

 

bijster

 

gereden

 

verdiept

 

gepeins

 

raakte

 
opgewonden
 

schoen

 

eindelijk