"Och, doe geen moeite, het is onze gouvernante maar!"
De jonge man ging een weinig verlegen weer zitten en Hedwig beet zich op
de lippen. Het was haar juist alsof iemand haar een slag in het gezicht
had gegeven, maar zij moest hare kalmte geen oogenblik verliezen en geen
woord zeggen, dat besefte zij zeer goed. "De gouvernante maar, de
gouvernante maar!" klonk het na in hare ooren, terwijl zij zeer rechtop
en schijnbaar heel bedaard, de rijen gasten langs liep naar Boy toe. Hij
zou haar hulp noodig kunnen hebben, dacht ze, en zij moest toch iets
doen en _ergens_ zitten, al was ze maar de gouvernante! Een opwelling
gehoor gevend, bracht zij haar hand aan de heliotropen in de kant van
haar japon. Ze wou die niet meer dragen, zij was immers toch volstrekt
geen lid van het gezin ... maar ze liet de hand weer zakken; zij had de
bloemen immers alleen aangestoken, omdat de kinderen het graag wilden.
Kom, ze moest zich flink houden en zich niet zoo gauw in haar eer getast
rekenen, maar ze zou hierover niet naar huis schrijven, dat wist zij
heel zeker!
Het was of de woorden van Mr. Balvourneen over gansch de met bloemen en
kristal getooide tafel door al de rijk-gekleede heeren en dames waren
verstaan, zoo duidelijk toonde ieder thans te weten, dat het moedige,
jonge meisje, dat met zoo'n rustige houding de lange eetzaal doorliep,
de gouvernante der kinderen was. Slechts enkelen keerden even het hoofd
om om naar haar te kijken, de meesten bleven doorpraten en letten ter
nauwernood op haar; bij uitzondering knikte nu en dan een dame haar
flauwtjes toe, doch niemand sprak haar aan of verzocht haar ergens een
plaatsje uit te zoeken. Zij was blij dat Boy, toen hij haar zag
aankomen, luid riep: "Maddy, Maddy, kom hier bij mij, niet bij Nesta!"
Ze kon nu ten minste zijn stoel met hem deelen en stil blijven waar ze
was.
Boy liet haar van alles kijken en proeven en strooide suikertjes voor
haar neer, alsof het zoo maar niets was. De twee jonge dames, tusschen
wie hij zat, hadden er plezier in; zij zagen er vriendelijk uit en juist
wilde Hedwig iets zeggen, toen een langgerekt: "Sst! Stil nu!" zich
langs de tafel hooren liet en eindelijk allen zwegen.
Hedwig zag nu dat May, die zij uit het oog verloren had en die zich heel
aan het andere einde der zaal bevond, op was gestaan. "Kom naast mij,
kind," zei haar moeder, wie het aan te zien was dat zij trotsch was op
het viertal, dat hedenavond zoo'n bizonder goeden indruk maakte,
t
|