ar "duren plicht" noemde: heel bedaard rusten, echt
_uit_rusten!
Zij bleef stil in dezelfde houding liggen en hare stemming begon iets
kalmer te worden, toen zij opeens opgeschrikt werd door het geluid van
een scherpen kreet van pijn vanuit de kamer aan den overkant der gang.
De kreet werd gevolgd door hevig gesnik en een smeekend geroep van
"moeder! moeder!" Daarop klonk teeder de stem der moeder: "Ja, mijn
kind," toen was het even heel stil. Doch spoedig vroeg het kleine meisje
weer: "Zing wat voor me, moedertje, zing wat!" En zacht, maar duidelijk
verstaanbaar voor Hedwig, zong de welluidende vrouwenstem:
So nimm denn meine Haende
Und fuehre mich
Bis an mein selig Ende
Und ewiglich!
Ich mag allein nicht gehen,
Nicht einen Schritt,
Wo Du wirst gehn und stehen,
Da nimm mich mit!
In Dein Erbarmen huelle
Mein schwaches Herz,
Und mach' es gaenzlich stille
In Freud' und Schmerz;
Kann ich auch nicht verstehen
Wie Du mich fuehrst,
Will froehlich weiter gehen,
Weil Du regierst.
Wenn ich auch gar nichts fuehle
Von Deiner Macht,
Du fuehrst mich doch zum Ziele
Auch durch die Nacht.
Lasz ruhn zu Deinen Fueszen
Dein schwaches Kind,
Ich will die Augen schlieszen
Und folgen blind.[14]
Toen de stem zweeg, bleef alles stil. De kleine lijderes was zeker
onder het zingen in slaap gevallen.
Hedwig verroerde zich niet. Met haar geheele hart had zij geluisterd.
Zij vond het een genot in haar eigen taal te hooren zingen en zij kende
de woorden en de melodie en had het lied zelf wel gezongen, toen zij een
kind was,--was het daarom alleen dat het haar zoo ontroerde?
Zij wist dat zij tot in hare ziel getroffen was door het echt vrome,
kinderlijke geloof, dat uit de eenvoudige woorden sprak, zij wist dat
ook haar eigen vertrouwen in Gods zorgende liefde er door versterkt werd
en opgewekt herhaalde zij zacht bij zichzelf:
"Kann ich auch nicht verstehen
Wie Du mich fuehrst,
Will froehlich weiter gehen,
Weil Du regierst."
...
Zij sliep dien nacht rustig en werd voor 't eerst in vele, vele dagen
verkwikt wakker. Zuster Kate keek verheugd over den opgewekten toon,
waarmee zij haar goeden morgen zeide en Hedwig was blij, toen zij hoorde
dat ook het patientje aan den overkant een goeden nacht had gehad. Zij
was ook blij dat het Zondag was. Dan werden om twee uur de deuren der
ziekenkamers wijd open gezet, opdat de patienten het orgelspel en het
gezang der zusters zouden ku
|