En dan is er 's avonds een echt Iersch concert, daar worden
alleen maar Iersche liederen gezongen en dan worden er Iersche dansen
gedanst, de _jig_ en de _reel_ en ten slotte zingt iedereen: "_Let Erin
remember the days of old_...." En nu heb ik nog vergeten te vertellen
dat alle Ieren, die niet in hun eigen land zijn, dan in brieven
_shamrock_ gestuurd krijgen om die ook op St. Patrick's Day te kunnen
dragen...."
"Lieve, lieve Maddy, ik kom ook bij jou," zongen nu Nesta en Boy en zij
liepen van Bridget weg en holden den berg af om met een bons tegen
Hedwig en de meisjes aan te vallen.
"Neen, neen, dat gaat zoo niet. Ik ben gesteld op keurige Iersche
manieren," zei Hedwig vermanend.
"Keurige Iersche manieren!" herhaalde de _thunderboy_ met grove stem en
hij liep met Nesta vooruit op een drafje het bosch in, naar de opene
plek, waar zij gewoonlijk speelden.
Het was er lekker koel door de zware boomen rondom en de nabijheid van
het water en de kinderen juichten, toen Bridget voorstelde om van de
dikke takken, die er lagen en van mos, een huisje te gaan bouwen.
IJverig togen nu alle handen aan het werk. Nesta en Boy hadden het zoo
druk dat zij meer dan eens in hun haast tegen elkaar aanstootten en den
zoo vlijtig verzamelden mosstapel op den grond lieten vallen. May en
Bunny hielpen Bridget en Hedwig de muren vast maken en trapten en
drukten het losse mos in elkaar tot het, volgens May, "zoo stevig werd
als echte planken." Hedwig genoot de zuivere lucht en het aardige
werkje. Zij keek bewonderend naar Bridget's vlugge handen, die de takken
tot bogen vormden om het dak te maken. Tusschen de naast elkaar gelegde
takken moest weer mos worden bevestigd. "Het dak geeft het meeste werk,"
zei Bridget, "daar komen wij vandaag niet mee klaar."
"Er zijn nog heel groote gaten in het dak," zei Nesta, die midden in het
"huis" naar boven stond te kijken. "Daar komt nog heelemaal de zwarte
lucht door."
De zwarte lucht? Hedwig en Bridget keken snel op. Zij waren te zeer
verdiept geweest in haar werk om op het weer te letten; nu kwamen zij
met schrik tot de ontdekking dat de zon verdwenen was achter steeds
donker wordende wolken.
"He, net op mijn neus!" riep Boy. "En nu op mijn wang! En daar is er
weer een op mijn kin!" Want er begonnen dikke regendruppels te vallen
en, wat erger was, er deed zich een dof gerommel hooren tusschen de
bergen. Een flauwe bliksemstraal verlichtte het binnenste van het
huisje, dichterbij k
|