, onder de franje der gordijnen, scheen een door de punten der
franje getande donkere lap goed, van gouden vonken doorstikt. Mathilde
maakte het touw los en roef! roef! klapten de gordijnen neer. Toen begon
zij zich uit te kleeden, zij nam den kam uit het haar, die haar toch al
gedurende den avond had gehinderd, en liet het dikke zwarte haar over
den rug heen en weer zwieren. Zij was opgewonden, voelde zich koortsig.
Haar borst daalde en steeg onder het ritselend korset. Ring! met een
ruk knoopte zij haar groenzijden lijf los, trok het korset af en gooide
het op zij. Ja, zoo kon zij toch niet naar bed gaan! Ze zou nooit
slapen! Met haastige groote stappen de handen op den rug als een jongen,
begon ze te loopen, van de ramen naar de deur en weer te-rug. Haar
schedel en handenpalmen zweetten van opgewondenheid. Haar bovenhoofd
werd warmer. Telkens wanneer zij de tafel en het licht achter zich had.
zag zij haar schaduw op de gordijnen en op de muur verschijnen, een
wilde, warrige, wemelende schaduw: een hoofd met haren in grilligen
kroes, rechtopsprietend en in kronkelende lijnen, als een ruiker
grashalmen zonder kunst op het veld samengebonden zich vermengend, en
een openhangend jak, met vagen schouder en taillevorm, als een breede
bewegende japansche vaas daaronder. Als zij naderde werd de schaduw
grooter en verloor hoe langer hoe meer haar eersten vorm. Zij kon niet
ophouden met er naar te kijken, zij vond dat aardig, veel aardiger dan
gisteren en eergisteren, toen ook de schaduw op het gordijn had
bewogen.. Zij had er nooit zoo erg op gelet. Zij kreeg de gedachte den
ruiker en de vaas van vorm te doen veranderen. Zij stak haar hand in het
haar en streek het nog hooger naar boven, zij strengelde den langen bos,
die over haar rug hing, om den hals of wierp alles naar boven en liet
het terug vallen op haar schouders en over haar gezicht. Zij had er veel
plezier in, zij lachte hardop. Zij nam haar jak bij de tippen en sloeg
zoo naar twee kanten uit, zij gaf het den schijn van vleugels en maakte
er de beweging van vliegen mede, met zoo een geweld, dat het garneersel
kraakte aan de schouders. Zij sprong in de hoogte en danste door het
vertrek. Zij kwam er toe een balletdanseres na te doen, bracht de armen
samen boven het hoofd en strekte ze dan weer horizontaal uit. Zij nam
haar rokken op in de breedte en walste zoo rondom de tafel, en zij ging
maar voort en wist niet welke gebaren maar te verzinnen om voor zichzelf
de Chinees
|