d hij er tot nu toe
nog nooit op gezinspeeld? Dacht hij er niet aan haar te vragen om zijn
vrouw te worden, dan moest zijn afwezigheid haar eindelijk heel
onverschillig wezen, hield hij wel van haar zoo als zij het zoo zeker
hoopte, dan zou die liefde in zoo'n korten tijd ook niet wechgaan, en
had zij nog alles te verwachten. Maar, wat haar verstand ook te berde
bracht en hoe ongerijmd zij het zelf vond, zij huilde in haar
verlatenheid en zij voelde zich verschrikkelijk alleen, nu ze hem niet
meer zien en hooren kon. Zij dacht, dat hij nu eeuwig wech zou blijven,
en vooral het idee dat hij van een vrouw of meisje in het buitenland zou
gaan houden en hij haar ontrouw zou worden, maakte haar doodelijk
ongerust. Maar, hij was nog geen drie weken op reis, of zij, ja zij,
kreeg, buiten alle verwachting, een brief van hem, waarin hij haar
vertelde dat hij in Brussel en Parijs was geweest en wat hij daar had
gedaan. En hierbij maakte hij toespelingen op de reisverhalen, die hij
haar zo lang geleden als kind had gedaan. Hij sprak ook heel beleefd van
zijne eenzaamheid, en verklaarde, dat hij 't onmogelijk lang zou kunnen
uithouden, ver van de lieve woning der familie de Stuwen, waar hij zulke
heerlijke uren had doorgebracht, vooral in 't gezelschap van zijn
allerliefste vriendin. De brief was erg beleefd, maar Mathilde wist er
zoo een verborgen liefde in te ontdekken, dat hij haar bizonder goed
deed en zij hem niet aan haar vader liet zien. Zij antwoordde een paar
dagen later, en tot haar zalige verbazing stond Jozef weer twee dagen na
de afzending van het antwoord, in levenden lijve voor haar, met zijn
fraayen knevel en lieve handen. Er was niets ongewoons aan hem te zien.
Dit was eergisteren geweest. En nu, van-avond, kwam het tot eene
verklaring. Al die dingen uit haar jeugd en van de laatste jaren,
herinnerde Mathilde zich levendig. Wat een goddelijke gewaarwording was
't nu, terwijl alles zoo zacht en stil was om haar heen, in dezen
zomernacht, aan de angsten en narigheden van vroeger te denken. Al die
treurige donkere uren, waarin zij zonder hoop was, al die
teleurstellingen en niet uitkomende verwachtingen, al die zuchten en
tranen, gingen nu op in een juichende vreugde vol glorie en licht. Weer
droomde Mathilde zich wech in wat van avond aan de piano was gebeurd.
Weer en nog eens weer liet zij het Jozef zeggen, dat hij zooveel, zoo
veel van haar hield, weer voelde zij zijn adem langs hals gaan; zij
merkte dat haar hart
|