hart kwamen, dat had zij later wel
begrepen; vader vond haar gebonk op de piano vervelend en vluchtte naar
boven als zij begon. Er kwamen wel eens heeren vader spreken en dan zei
hij aan Mathilde van wech te gaan; dit vernederde haar altijd erg, en
zoo meer. Jozef daarentegen had ook b.v. belang gesteld in haar eerste
zelfgekozen toiletjes, de eerste uitingen van haar aanstaande
jonge-meisjes-ijdelheid had hij met ontzaglijk veel plezier begroet en
ze aangemoedigd. Hij was verrukt geweest te zien, hoe zij langzamerhand
groote-dames-neigingen begon te vertoonen en hoe, met het voller
uitkomen van haar lichaamsvormen, waar zij zelve zich toen nog ongerust
over maakte, zij ook een beetje nuffiger en eleganter werd. Hij had
verteld van zijn reizen, van de groote zalen vol prachtig gekleede
dames, die hij had gezien, van de wereld daar buiten, van bals en
konserten en komedies. Hij had haar bizonder mooye kostumen van
hoogaanzienlijke vrouwen beschreven, die hij in hun heele volledigheid
op had genomen. En elken dag waren zij betere vrienden.
Maar toen Mathilde volwassen werd wijzigde zich langzamerhand hun
verhouding heelemaal. Mathilde vroeg zich te vergeefs af waar 't 'm aan
lag, zij wist geen oplossing te geven. Maar dagelijks verkoelde de
vurige vriendschap tusschen haar en Jozef. Hij werd stiller, lachte
minder, en er werd in 't geheel niet meer gestoeid. Ook tegenover hem
voelde zij zich verlegen worden, dit scheen nog het meest raadselachtige
van alles. Zonder er bij te denken was zij hem nog eenmaal, toen zij
samen over borduren hadden gesproken en hij een haar nieuw patroon aan
de hand had gedaan, met plotselinge aandrift zooals vroeger, op de
knieen gesprongen en had haar arm om zijn hals geslagen. Hij was daar
zoo verwonderd over geweest, dat hij niet geweten had wat te doen, en
zij, met een verschrikkelijke verlegenheid onder een voorwendsel uit de
kamer was gegaan en een wandelingetje was gaan doen. Uit instinkt
maakten zij, toen hij een paar dagen later 's avonds bij hun was
geweest, geen van tweeen een beweging om elkaar een zoen te geven bij
het afscheid, zoo als anders. Daar had zij den halven nacht toen over
liggen denken. Twee maanden na deze gebeurtenissen, kondigde haar vader
haar aan, dat hij haar op een kostschool in Belgie zou doen. Zij ging,
en, zoo ver van hem wech, dacht zij nog maar weinig aan Jozef. Eens had
hij haar een lieven brief geschreven, dien zij kort had beantwoord en
met de onderteek
|