FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78  
79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   >>   >|  
De koetsier maakte gebaren met zijn armen en rug. Hij zei: alla, jongens! en siste met de tong; de paarden trappelden wat, met een schokje ging men vooruit al ratelend over de steenen; door het hobbelen bibberden de aangezichtsvellen, vooral het losse dunne van den ouden heer, en Jozef kreeg jeuk in de hoekjes, waar zijn neusvleugels aan de wang eindigden. Maar hij verdroeg dien, want onder Mathildes oogen wilde hij zich niet krabben. Het denkbeeld dat zijn jeuk erger kon worden maakte hem verlegen. Hij spitste dus zijn neusvleugels, als om de zwoele lucht op te snuiven en wilde door deze spanning de jeuk verdrijven. De rook van de Stuwens cigaar, die dikker werd, daar hij groote trekken deed, woei tegen Mathildes gezicht aan. Dit hinderde Jozef, hij dacht, dat 't haar onaangenaam moest zijn, maar hij kon er niets van zeggen, ook wilde hij dat niet, om dat ie dacht, dat nu zijn gewoonte om nooit in haar bijzijn te rooken meer nog gewaardeerd zou worden door haar. Plotseling deed nu Mathilde haar parasol neer en werd het donkerder in het rijtuig. Men reed de Hoogstraat in en zag niets dan zwarte en donkerpaarse huisgevels aan beide zijden, verbonden door een reep hel-blauwe lucht daarboven, terwijl de zon achterbleef op den Kloveniersburgwal. Men was al lang begonnen te spreken. Jozef was midden in een zin over het vieze en onwelriekende van het jodenkwartier, daar zij straks doorheen zouden rijden; zijn woorden kwamen als onverstaanbare schreeuwtjes uit de verte tot Mathilde, die uit goedheid ja knikte. Daarna werd er niet meer gesproken. Een enkelen keer alleen riepen ze mekaar iets toe over wat ze op straat zagen, en vroeg Mathilde luid aan haar vaders oor, of hij 't nu wezenlijk niet te koud had. De heer de Stuwen, die volstrekt niet, zoo als Jozef, er over dacht, hoe men zich in een rijtuig te houden had, keek met de meeste aandacht naar het dooreen-griezelen van de joden in de rondte, daar al dat loopen en babbelen in de voortdurende opgewondenheid zijn belangstelling van Amsterdamsch burgerheer gaande maakte. Hij zag vuile kleine meisjes, die op de hoeken van de zijstraten van de St. Antoniebreestraat onoogelijke waren ventten, koude of rookende, en hij-zelf rookte een beetje meer om den stank niet in zijn neus te krijgen. Daar Mathilde ook om zich heen keek en die arme jodenjongens met goedhartigheid beklaagde, met hun bleeke ongewasschen gezichten en vieze zwarte, roode handen, en die op allerlei nootjes of zij w
PREV.   NEXT  
|<   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78  
79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

maakte

 

neusvleugels

 

Mathildes

 

worden

 

zwarte

 
rijtuig
 

wezenlijk

 

vaders

 

gesproken


kwamen
 

woorden

 

onverstaanbare

 

schreeuwtjes

 

rijden

 

zouden

 

onwelriekende

 

jodenkwartier

 
straks
 

doorheen


goedheid

 
riepen
 

alleen

 

mekaar

 

enkelen

 
knikte
 

Daarna

 
straat
 

rondte

 

krijgen


beetje

 

rookte

 

ventten

 

rookende

 

jodenjongens

 

handen

 

allerlei

 
nootjes
 

gezichten

 

ongewasschen


goedhartigheid
 
beklaagde
 

bleeke

 
onoogelijke
 
Antoniebreestraat
 
griezelen
 

dooreen

 

loopen

 

aandacht

 

volstrekt