te
trakteeren van haar eigen geld. Zij zei het hem; zij sprak van een
blikje sardines, een leverworst, een ommelet, een biefstukje, dat Jans
even kon halen bij den slager op den hoek van den steeg, enfin, wat hij
maar wou. De vader begreep er niets van. Hoe kwam 't in haar op?
Waarvoor die bizondere traktatie van-daag? Had ze een lotje uit de
loterij getrokken, of was 't maar een nieuw grilletje? In allen geval
bedankte hij, en zeide, dat als ze wilde, ter eere van het mooye weer of
wat dan ook, zij voor het eten maar iets lekkers moest laten klaarmaken,
dan zouden zij samen weer eens smullen. Nu vroeg Mathilde of de koffie
gedaan was. Zij had haast om alleen te zijn, stil boven op haar kamer.
--Ik ga van middag naar _Artis_, Thilde, zorg dat je over een
kwartiertje klaar bent;
--Ik wou liever thuisblijven, vader; ik heb boven nog zooveel te doen.
De heer de Stuwen was verwonderd. Het was voor het eerst van zijn leven,
dat hem zou iets overkwam. He! ging ze niet mee! Maar waarom dan niet,
wat scheelde haar dan toch? Wat had zij dan nog te doen, wat? Den heele
bak met linnen te bergen, die er nog stond! Een mooye grap, kon dat dan
later niet gebeuren in plaats van vader alleen naar _Artis_ te laten
gaan, waar hij zich zeker vervelen zou. Maar er was niets aan te doen.
Mathilde noemde nog tien andere zaken op, die volstrekt gebeuren
moesten. Vader ging alleen naar Artis.
Mathilde was een te goede huisvrouw, om niet eerst het schoone goed, dat
al zoo lang in de stof stond, te bergen, voor zij ging zitten teekenen
en denken op haar kamer. Terwijl ze een voor een de stapels lakens,
sloope en nachthemden, die nog een beetje vochtig aanvoelden en zwaar op
elkaar lagen, in de ouderwetsche bruine kast, met een wit papier op
eiken plank, schikte, en daarna vaders overhemden een plank hooger
appart lei en zijn kousen nazag, of die ook gestopt moesten worden
misschien, dacht ze er aan, dat deze huishoudelijke drukte nog niets was
bij wat haar later te wachten stond als ze eens eenmaal getrouwd zou
wezen. Ze wou dezelfde orde volgen, waaraan ze nu eenmaal gewoon was en
die op den duur het best beviel. Zij ging voort met na te denken over al
de groote pleizieren van het hebben en het bestieren van een eigen
huishouding. Zij deed 't nu ook wel bijna, maar 't was toch dat niet;
ten eerste moest alles gebeuren precies zou als vader het wou, en al
dacht zij tusschenbeide heel anders als hij over allerlei dingen, zij
sprak er nooit
|