FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  
uurschheid van daar-zoo; ben je d'er nog boos om? --Dat weet-je wel beter, zei hij, en het was ook eigenlijk mijn schuld. Maar hij moest het nog eens zeggen: --Wat zeg-je? --Dat ik volstrekt niet boos ben en dat ik nooit boos op jou zou kunnen zijn. --Zeg in allen geval nog niets aan vader, laat hem niets merken. Ik moet het hem langzamerhand vertellen. En kom van avond te-rug, toe, zal je 't doen, ja, toe, of uiterlijk morgenvroeg, dan ben ik weer alleen, voor de koffie. --Goed, zei hij en wilde haar voorhoofd zoenen. Maar zij ging achteruit. --Pas op voor Jans, zei ze, die mag ook nog niets zien. Toen Mathilde weer binnenkwam met het dekkertje en den witten broodzak, zat haar vader uit te rusten in den leuningstoel, die in den hoek bij het venster stond. --Als 't zulk mooi weer is, zei hij, hebben die ruiten een glans, precies als van blinkend staal ... Ik had volstrekt niet gezien, dat van Wilden hier was ... Was hij er al lang? ... --Nee, op zijn hoogst een kwartier, antwoordde Mathilde, wat ie eigenlijk doen kwam, weet ik niet. --Och, hij kwam zeker maar een morgenpraatje maken voor ie naar de club ging. Mathilde zette klaar: den broodbak in het midden van de tafel met een lankwerpig versch brood, niet aan den eenen kant een laag wit paperig kruim, dat in een koker van korst was geborgen. Het hellende dak der korst, van boven, was donker zwart bruin en ging, bij het zijwaards afdalen van de korst, in een melkchocolade-kleurig bruin over, van daar in lichter bruin, geel bruin, en de onderkant was grijzig geel, zwart doorschemerend. Aan den eenen uithoek was ook weer het kruim zichtbaar, de andere was een geel bruinig rontetje, als de kin van een Indische vrouw. Aan weerszijde van de tafel werd een bord van glimmend wit aardewerk gezet, een stalen tafelmesje met hard zwart-houten heft er naast. Aan den linkerkant van Mathildes bordje schoof zij het chineesch verlakte blaadje, waarop een flesch bessensap en twee bierglazen stonden, een witte suikerpot en een ingeleid lepeldoosje. Vier witte mekaar flankeerende schaaltjes, als vreeselijk groote verstijfde rozebladen, om den broodbak heen. Op het eene was grijs onmachinaal roggebrood, een stapeltje van zes dunne sneetjes, want vader was er dol op; op het tweede en stuk oranje-bruine stroopkoek, met een weeke zwarte korst, van regelmatige ribben oversneden. Op het derde lag een log stuk zoete-melksche kaas; op het vierde lagen zeven plakjes vett
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  



Top keywords:

Mathilde

 

eigenlijk

 

broodbak

 

volstrekt

 

linkerkant

 

glimmend

 

aardewerk

 

Mathildes

 

hellende

 

stalen


tafelmesje

 

houten

 

Indische

 

melkchocolade

 

doorschemerend

 

afdalen

 

zijwaards

 

grijzig

 
onderkant
 

bordje


lichter

 
kleurig
 

uithoek

 

zichtbaar

 

weerszijde

 

rontetje

 

andere

 

donker

 

bruinig

 
schaaltjes

stroopkoek
 

bruine

 

zwarte

 

regelmatige

 
oranje
 
tweede
 
sneetjes
 

ribben

 
oversneden
 

vierde


plakjes

 

melksche

 

stapeltje

 

roggebrood

 

bierglazen

 

stonden

 

suikerpot

 

ingeleid

 

bessensap

 

flesch