che-schim te vertoonen. Haar bewegingen werden grilliger en
ongerijmder: zij zwaaide met de vingers, deed haar kanten zakdoekje
wapperen, draaide op een voet rond als een tol en was op het punt naar
haar korset te grijpen om voor tamboerijn te dienen bij haar dansen,
toen haar blik tegen den spiegel aankwam, aan den wand. Zij vond op-eens
dat zij dwaas deed, kwam tot bedaren, in een akelig-leeg gevoel, lei
haar handen naast elkaar even over de borst en zakte hijgend op den
stoel van zoo-even neer. Zij voelde zich weer een jong kind zijn in haar
dolle vreugde. Onwetend wat te doen, stak zij, uitrustende, de haren
tusschen haar tanden, en onttrok ze weer met geweld aan haar eigen
beten. En hijgend neuriede zij melodien uit de _Juive_, die zij den
vorigen Dinsdagavond had gehoord. Zij bond de haren in stevige knoopen
aan elkaar. Zij trappelde met de voeten op den vloer, al maar niet
wetend wat te doen van blijdschap.
--Ja, ik ben twee en twintig jaar! joedelde zij, sprekend en zingend, en
dat vind ik heerlijk, verrukkelijk, hemelsch, en hij houdt van me, want
hij heeft t' van avond zelf gezeid, en wij zullen samen trouwen, zoo
gauw mogelijk, en dat vind ik zalig! ...
Achter de kamer knapten de trappetreden onder Jans, die beneden alles
nog opgeredderd had, en nu ook naar bed ging. Mathilde waakte even op
uit haar mijmeren, met luisterende oogen. Een beetje bedremmeld en
aarzel-lachend keek zij in de rondte. De stappen van Jans stierven uit
op de verdieping daarboven. Mathilde hoorde, als heel uit de verte, Jans
haar kamertje dichtdoen en het knipje voor de deur schuiven. Daarna was
alles stil in huis. Mathilde pakte haar gloeyende wangen tusschen de
handen. Langzaam peuterde zij de knoopen uit de haren los en gooide ze
allemaal naar achteren. Zij hoorde niets meer dan het gezuis van de
gasvlam voor haar. Zij dacht er aan dat haar vader ook al naar bed moest
zijn gegaan. Zij keek naar de zoldering en zag de zware schaduw van haar
ledikant. Zij vond, dat van-avond de dingen op haar kamer zoo vreemd en
koud waren als anders nooit. De tafel bewoog niet, de kasten zeiden
niets en de stoelen waren leeg. Er daalde een benauwde warmte van het
plafon neer. Alles in de rondte, wat niet in den gas-schijn was, stond
in een rare donkerte. Mathilde zag onbekende zwarte hoekjes, en een
vreemd soort ruischende stilte wasemde daaruit op, naar haar toe.
Zij kreeg 't warm, zij streek met haar zakdoek over het vochtige
voorhoofd en den k
|