ij voor muziek, wat
lectuur, enz., haar niet ontbreken.
--Meermalen had Jozef voor zijn vrienden op die manier de vrouw
beschreven, van wie hij zeker wist een goede trouwe echtgenoot te zullen
zijn en met wie hij stellig een gelukkig leven zou hebben.
Het lag zoo verbazend voor de hand, dat Mathilde de Stuwen, daar hij
zooveel mee omging, het aan al deze eischen beandwoordende meisje was,
dat het hem nog nooit in was gevallen aan haar te denken.
Maar langzamerhand was het hem uit alles, uit den toestand, waarin hij
en zij verkeerden zelf, duidelijk geworden, dat niemant anders dan
Mathilde toch zijn vrouw zou kunnen worden. Toen hij daar het eerst aan
dacht, had hij een lichte kleur gekregen van pleizier over deze
gelukkige ontdekking. 't Was ook in de club geweest, hij zat ook juist,
zoo als op 't oogenblik, in de in dit vroege uur nog leege groote
benedenzaal een halven biefstuk met gebakken aardappelen te eten, die
hem toen ook gebracht was door Henri, denzelfden knecht van nu.
Toen Jozef eenmaal besloten had Mathilde het hof te maken, was hij zich
af gaan vragen, of hij van haar al niet vroeger-al gehouden had. Hij
dacht nu van ja: zonder 't zelf te weten, had hij haar liefgehad. Hij
nam zich dan voor die liefde zooveel mogelijk aan te wakkeren in zijn
eigen binnenste, en daarna aan de Stuwen Mathildes hand te vragen. Maar
toen hij er zoo over peinsde, of die liefde voor haar al voor dien dag
bestaan had in zijn hart en van-ja dacht om dat hij zich herinnerde,
hoe-of hij zich altijd tot dat huis van de de Stuwens aangetrokken had
gevoeld, trof het hem op-eens als iets heel zonderlings, dat hij nooit
in Mathildes gezelschap, al zat of stond hij vlak bij haar al raakte
zijn schouder haar schouder, zijn been haar japon, zijn arm haar rug,
zijn hand haar hand, dat hij nooit, al zaten ze uren lang met mekaar aan
de een of andere bezigheid bij de kachel 's winters of 's zomers voor
het open raam, als buiten de zon gloeide, dat hij zich nooit erg naar
haar had voelen verlangen. Hij had zelfs nooit uitvoerig de
hoedanigheden van Mathildes lichaam overwogen, nooit in haar
gewaardeerd, wat hij en zijn vrienden, als ze over vrouwen spraken,
altijd in de eerste plaats bedoelden. Hij vond dit erg vreemd, maar was
overtuigd, dat het verlangen na zijn voornemen van hofmakerij, nu ook
wel komen zou. En hij deed zich geweld aan. Hij probeerde haar op alle
manieren lief te krijgen en hij begon te merken, dat zij van hem
missc
|