FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  
had, hij niets buitengewoons gedaan had in de wereld, hij door geen heldendaden bekend stond, geen epopeeen had gedicht, door geen uitvinding zich naam had gemaakt, niemant hem voor een eersten denker hield, geen sterveling hem een heilige zou noemen, en dat zij toch zoo oneindig en boven alles en allen van hem hield, en dat het haar toch scheen, als was hij de grootste mensch, die ooit had bestaan en de eerste van zijn tijdgenooten. Want, want hij had meer gedaan dan al de helden en grooten, die zij had hooren prijzen, hij had haar liefgekregen, zij was door hem gekozen tot zijn vrouw, en zij, dat was zij-zelf. Haar had hij ontdekt, dat was zijn uitvinding, haar had hij veroverd, dat was zijn heldenstuk, toen hij zei: "ik heb je lief", en eergisteren: "wat ben je mooi", maakte hij zijn groot gedicht. Haar verbeelding was altijd met hem bezig. Zooals zij over-dag over hem nadacht, zoo droomde zij 's nacht van allerlei rare gevallen, waarbij hij te pas kwam. Zij dacht altijd aan hem, zij voelde zich hoe langer hoe meer door hem in bezit nemen. Wanneer zij tusschenbeide niet in slaap kon komen, gingen er door haar lichaam vreemde huiveringen. Er ging b.v. als een aangenaam vergift, dat heer bekroop, een koud gevoel van haar voeten, door haar beenen, onderlijf en borst, tot in haar keel. Soms, wanneer zij in haar droom in een teere en zwaar-drukkende omhelzing met hem was geweest, schrikte zij wakker, met een ongekend en angstig hijgen; haar onderlijf kromde zich naar boven, tegen het wezenloze dek. In andere uren weer vulde hij haar denken als iets ideaals, dat niemant aan kon raken, dat niet van stof was, een lichtend waas, met een hoofd alleen van menschen-stof, een muziekvlaag, die doffe en weelderige geluiden rondblies, een vreemdeling, die zij nog nooit had gezien, maar haar plotseling als een ouden bekende voorkwam. Toen er altijd meer dagen voorbijgingen, altijd de zelfde, maakte Jozefs wezen, dat altijd bij haar bleef, haar wezenlijk ongerust en beangst. Als ze hem ontmoette, bij zijn regelmatige bezoeken, en zij hem alleen sprak of in zijn oogen kon zien, was hij altijd even zacht en kalm, altijd dezelfde vriendelijke blik, het zelfde geduld. Maar dat hij bij haar was zonder dat zij arm in arm zaten, scheen haar toch ongehoord. En om dat zij zelve zoo onder het onophoudelijke uitstel leed, verbeeldde zij zich, dat hij 't was, wiens gezicht kenteekenen van stilzwijgend ondergaan verdriet vertoonde. Zij dacht op
PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  



Top keywords:

altijd

 

onderlijf

 

scheen

 

alleen

 

zelfde

 

maakte

 

uitvinding

 

gedaan

 

niemant

 

gedicht


lichtend

 

ondergaan

 

verdriet

 

ideaals

 

stilzwijgend

 

kenteekenen

 

rondblies

 

weelderige

 
muziekvlaag
 

menschen


geluiden

 
gezicht
 

vreemdeling

 

denken

 

schrikte

 

wakker

 

ongekend

 

angstig

 

geweest

 
drukkende

omhelzing
 

hijgen

 

kromde

 

vertoonde

 
andere
 
wezenloze
 
onophoudelijke
 

regelmatige

 
bezoeken
 

dezelfde


zonder

 

ongehoord

 

geduld

 

vriendelijke

 

ontmoette

 

voorkwam

 

verbeeldde

 

bekende

 

plotseling

 

voorbijgingen