FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248  
249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   >>   >|  
donkerte van de kamer. Zij zag dat zachtjes-aan de zwarte tinten begonnen te bewegen. Zij maakten zich los uit de hoeken in wolkige kronkelende pakjes, schuifelden langs de wanden en de zoldering, zweefden sidderend midden door de kamer, weken weer te-rug in de wanden en meubels, kwamen weer te voorschijn, sloten zich tot een wolk samen en losten zich op in een ragfijne zwarte stofpoeyering. Zij waren als stillen droeve door gebroken stemmen geneuriede melodieen, eerst zachtjes uitgebeefd, daarna angstig verstommend, daarna samenklinkend in een doodelijk dof koor en weer vergaande in de sombere stilte. En zij kwamen van alle kanten te voren! als slangetjes offerrook opwalmend van den grond, uit de wanden schietend, onmiddellijk naast elkaar, in verwarde rijen, van de zoldering dalend al dikker en dikker, in de rondte wiebelend, dansend, warrelend, voortvliegend als vogelenschaduwen, samenvloeyend tot een regenlucht, zich uitstortend in zwarte druppelen. De melodien werden luider, zij klaagden hijgend, zij jammerden heesch. Zij waren de herinneringen, die van alle zijden kwamen weenen om Mathildes hoofd. Mathilde zag geen herinneringen, maar zij wist dat zij daar waren, achter haar, voor haar, die schreiden, dat alles voorbij was gegaan Zij zag ze komen van buiten, hoog uit de lucht, Zij hoorde ze naderen van onder de boomen en uit de muren van het huis. Alle bloemen in den tuin waren zwart geworden en in de wemelenden ruimten zag zij afgeronde figuurtjes tuimelend dalen, zwevend stijgen, en roer-loos blijven, als een uitstrooying van zwarte bloemen, die zich aan de voorwerpen hechtten. In de kamer pakte zich de duisternis dichter samen. Tot een zware donderwolk rolde zij onder het plafond ineen, bouwde zich langs de wanden tot breede nevelzuilen op. De zwarte massaas daalden op haar neer, schoven naar haar heen, beklemden haar met hun grommelende donkerte. Zij stond op van haar stoel, met haar koude handen en haar zweetend hoofd en het ruischende en razende bloed in haar ooren. Met haar kouden voet struikelde zij tegen het voetenbankje. Zij bukte zich om haar voet te betasten. Een wilde koude wriemeling ging door heur haren over haar heete hoofd, een stroom van zwarte vlekken kwam voor haar oogen. Zij stond weer recht op, en zij was bang. Zij deed haar oogen dicht om niet te zien, zij deed haar handen in de plooyen van haar kleed, om niet aangeraakt te worden. En huiverend proefde zij de duisternis, terwijl angstvlag
PREV.   NEXT  
|<   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248  
249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   >>   >|  



Top keywords:

zwarte

 

wanden

 
kwamen
 

herinneringen

 
zachtjes
 

donkerte

 
handen
 

bloemen

 
duisternis
 

zoldering


dikker

 
daarna
 

donderwolk

 
bouwde
 
breede
 

plafond

 

dichter

 

afgeronde

 

geworden

 

wemelenden


ruimten
 

nevelzuilen

 
boomen
 
figuurtjes
 

tuimelend

 
blijven
 

uitstrooying

 

voorwerpen

 

hechtten

 
zwevend

stijgen
 

razende

 
stroom
 

vlekken

 

wriemeling

 
huiverend
 

proefde

 

terwijl

 

angstvlag

 

worden


aangeraakt

 

plooyen

 

beklemden

 

grommelende

 

daalden

 
schoven
 

zweetend

 

ruischende

 

voetenbankje

 
betasten