FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257  
258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   >>   >|  
zou dus Zondag komen. Dat de dag nu bepaald was, waarop het gewichtige gesprek, zou plaats hebben, verergde Mathildes zenuwachtigheid, en maakte haar vertrouwen op de uitkomst nadrukkelijker. Zij voelde zich verjeugdigen in de gejaagdheid, waarmee zij den dag tegemoet zag. De soort prikkelingen, die van haar voeten tot haar hoofd als regens van speldeprikken liepen, die van haar hart uit door haar keel stegen, als een inwendige kreet van begroeting en een roepen om nader te komen, herinnerde zij zich alleen van lang geleden, toen zij nog niet getrouwd was en zij Jozef wachtte, die andwoord moest komen vragen op zijn gedaan verzoek. Maar snel, als raakte de vleugel van een voorbijvliegenden ouden grijzen verlepten vogel haar achterhoofd aan, wipte het gezicht van de kamer op den Oudezijds-Voorburgwal, en Jozef, die de stoep opkwam, en hun eerste kus, door haar gedachten, en wech was het weer, vernietigd onder het beeld van den aanstaanden dag, dat haar gelijk de prijsuitdeeling den scholier, als een vaag, groot, zwaar donker lichaam, als een in haar verbeelding gewrongen balk, onder zich neerdrukte. Daarna werd zij den dag weer gewaar als een donker blok, maar er om heen waren stukjes planten-en bloemengroei en gele randen zonneschijn, omdat zij den dag zag in den tuin, waar ze hem met Jozef leven zou. En zij liep door het ledige huis, En het zilveren licht van haar verlangende oogen straalde tot de wanden en zolderingen en bleef er hangen in zilverschijnende plekken. En het huis wachtte met haar samen op den geluksdag, die nu eens langzaam aan scheen te komen waren uit de verte, in breede rollen van wit en blauw en goud met hoog geboogde luchten en wijde bloemende grondvlakten, die dan weder in de verte achter een hoogen poort vol ruischende glansen op haar scheen te wachten, tot de tijd haar tot hem heen zou hebben gevoerd. Jozef zou Zondag komen. Stroomden door alle vensters niet licht en kleuren naar binnen; openden zich de ramen en deuren niet tot aan den grond om hem binnen te laten? En de stilte van het ledige huis vulde zich immers met ruikers van zonnekleuren, omdat hij komen zou? En zij liep door het huis. Haar voeten wiegelden vluchtig over de blijde vloeren. De vloeren gleden voort onder haar voeten, niet de matte kleuren der tapijten als open gebroken door de wit-gouden rondtes van zonnelicht, waarin enkele bladerenschaduwen stilletjes wenkten. Zij zag zich treden door de deurposten in de ruimten der kam
PREV.   NEXT  
|<   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257  
258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   >>   >|  



Top keywords:

voeten

 

scheen

 
Zondag
 
kleuren
 

wachtte

 

binnen

 

ledige

 

donker

 

hebben

 

vloeren


breede
 

grondvlakten

 

geboogde

 

luchten

 
rollen
 
bloemende
 

zolderingen

 

verlangende

 

zilveren

 

straalde


wanden

 

geluksdag

 

plekken

 

zilverschijnende

 

hangen

 

langzaam

 

openden

 

tapijten

 

gebroken

 

gleden


wiegelden

 
vluchtig
 

blijde

 

gouden

 

rondtes

 

treden

 

deurposten

 

ruimten

 

wenkten

 

stilletjes


zonnelicht

 

waarin

 

enkele

 

bladerenschaduwen

 

gevoerd

 

Stroomden

 

wachten

 
glansen
 

hoogen

 

ruischende