FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265  
266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  
van den dag, de vondsten, die zij al lief had gekregen, zweefden zachtjes door haar brein. Reeksen gedachten, groote stukken der plannen kwamen in lange, licht zwart-fluweele langzaamheden over haar lichaam aanwaren naar haar oogen; enkele kleine donkerwitte bizonderheden, een trek, die Jozefs gezicht zou hebben, zeker uitstekend woord, dat zij zeggen zou, kwamen van ter zijde haar hoofd springen en er weer uit glippen, door de groote gedachten-drommen heen. En zij voelde zich tot alles in staat, geheel aan haar liefde overgegeven, zonder trots. Als hij niet toegaf, zou zij zich vernederen, zich zoo lang en zoo diep vernederen, tot hij overwonnen was. Zij zou weenen, weenen zooveel, dat hij haar om haar tranen weer lief zou moeten hebben. Zij zal hem beloven en hem influisteren, dat zij alles zal doen, wat hij wil. Onder het langzaam vallen van dezen blijden dag voelde zij zich verzwakken tot alle offers, zij voelde zich wiegen door de rust van de kamer in een weldoende vergetelheid van zich zelve. Zij wist nu wel waarom zij vroeger niet gesproken had tot Jozef en altijd maar gewacht; het was door haar trots geweest; zij had niet gewild. Maar nu was zij nederig; zij zou kruipen aan zijn voeten. Zij hoorde zich zachtjes ademen tot de vriendschap der stille kamer, heel zachtjes. In haar oor suisde heel licht de vermoeyenis. Zij zou hem beloven zich opzichtiger te kleeden; zij zal hem beloven meer met hem uit te gaan. Zij zal nacht en dag klaar staan om zijn wensch te doen. Zij wil nu wel veel reizen later. Felix zal ponniehaar dragen en op een kostschool gedaan worden. Zij hoefde nu niet meer te denken. Zij kon rustig slapen van-nacht. De zwijgende wanden, met hun hooge, ernstige voorhoofden, hadden haar plan in zich af laten drukken. Zij zou het in hen morgen weervinden; zij kon het nu veilig vergeten en aan niets meer denken ... Mathilde richtte zich plotseling op, te midden der strakstaande wanden. Zij voelde als een bodem van zekerheid uit haar bewustzijn wechzinken. Als zij zich morgen eens niet herinnerde wat zij Jozef zeggen zou, als zij de woorden eens verloren had, voor altijd verloren! Als haar plan eens wech was, en als ze het zelf eens niet meer wilde, en als ze niet meer zou weten wat te doen ... Maar deze schrik, die heenvlood uit haar wezen en rende door de kamer en opratelde tegen de ruiten en schuurde langs het behangsel en weer te-rugkronkelde in haar wezen, verbreede zich tot een gevoel, donker,
PREV.   NEXT  
|<   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265  
266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  



Top keywords:

voelde

 

zachtjes

 
beloven
 

denken

 
wanden
 

weenen

 
vernederen
 

morgen

 
hebben
 

groote


altijd

 
kwamen
 

gedachten

 
zeggen
 
verloren
 

kleeden

 

vermoeyenis

 

opzichtiger

 

worden

 

hoefde


ponniehaar
 

gedaan

 
kostschool
 
dragen
 

reizen

 
wensch
 

zwijgende

 

rustig

 

slapen

 
veilig

schrik
 

heenvlood

 
woorden
 

opratelde

 

rugkronkelde

 
verbreede
 

gevoel

 

donker

 

behangsel

 

ruiten


schuurde

 

herinnerde

 

wechzinken

 

drukken

 

weervinden

 
suisde
 

ernstige

 

voorhoofden

 

hadden

 
vergeten